Brussel, 5 december 2024
Geachte voorzitter, geachte leden!
Het is een genoegen terug te zijn in het Europees Parlement. Dit is mijn eerste deelname aan de Parlementaire Commissie met het nieuwe mandaat van de Commissie, en ik kijk uit naar een goede samenwerking.
Het herfstpakket van dit jaar binnen het Europese Semester is de eerste stap in het uitvoeren van de economische governance hervorming van de EU. Dit is de meest ambitieuze en uitgebreide hervorming sinds de wereldwijde financiële crisis van meer dan tien jaar geleden.
De nieuwe begrotingsregels, waaraan het Parlement eerder dit jaar heeft bijgedragen en die het heeft aangenomen, moeten helpen om de financiële duurzaamheid te versterken en duurzame en inclusieve groei te bevorderen. Ze zullen bijdragen aan een betere coördinatie van economische en fiscale beleid over de lidstaten heen en hen in staat stellen gemeenschappelijke Europese prioriteiten te bereiken.
Het kernonderdeel van de nieuwe begrotingsregels is het middellangetermijn-begrotingstructuurplan dat elke lidstaat moet opstellen. Nationale eigenaarschap is een belangrijk begrip binnen de nieuwe regels: de plannen volgen een reeks gemeenschappelijke regels, maar zijn door de lidstaten zelf opgesteld, rekening houdend met hun uitdagingen en prioriteiten.
Elk middellangetermijnplan beschrijft de begrotingsaanpak, prioritaire investeringen en groeibevorderende hervormingen van een land voor de komende jaren.
Tot nu toe hebben 22 lidstaten hun plannen ingediend.
Vijf plannen komen later binnen door nationale verkiezingen of nieuw gevormde regeringen. Dit geldt voor Oostenrijk, België, Bulgarije, Duitsland en Litouwen.
De Commissie heeft al 21 van de ingediende plannen beoordeeld. Het plan van Hongarije is op 4 november ingediend en wordt nog beoordeeld.
We ontdekten dat 20 plannen een geloofwaardig begrotingstraject schetsen om de financiële duurzaamheid op middellange termijn te waarborgen.
De Commissie stelt daarom voor dat de Raad het begrotingstraject in deze plannen onderschrijft. Met bijna alle plannen die positief zijn beoordeeld, kan worden gezegd dat het nieuwe systeem goed werkt. Het laat zien dat de beoogde aanpak, gebaseerd op het eigenaarschap van een land over zijn begrotingsbeleid, succesvol is geweest.
Bij nader inzien van individuele lidstaten stelt de Commissie voor Nederland voor om het netto-uitgavenpad te onderschrijven dat consistent is met de technische informatie die in juni is overgedragen.
Breder gezien, hoewel het duidelijk tijd is voor begrotingsaanpassingen, mag dit niet leiden tot bezuinigingen op openbare investeringen. Dit is een behoorlijk moeilijke balans, omdat we veel moeten investeren om huidige uitdagingen aan te pakken en groei te ondersteunen.
Ook hier hebben we succes geboekt.
Vijf lidstaten hebben gekozen voor een geleidelijker aanpassingstraject van zeven jaar, zodat ze de nodige begrotingsinspanningen over een langere periode kunnen uitvoeren. Dit zijn Finland, Frankrijk, Italië, Spanje en Roemenië. Zij hebben zich gecommitteerd aan extra investeringen en hervormingen die hun groeipotentieel zullen vergroten en de financiële duurzaamheid zullen verbeteren, ook door hen te helpen gemeenschappelijke EU-prioriteiten te bereiken.
Bovendien heeft de uitvoering van de RRF bijgedragen aan het verhogen van de publieke investeringen naar het hoogste niveau in meer dan een decennium.
Voor de eurozone als geheel zullen de publieke investeringen (nationaal gefinancierd, evenals RRF en andere fondsen) verder stijgen van 3,4% van het BBP dit jaar tot 3,5% in 2025.
Over het algemeen voorzien we voor volgend jaar een licht krappe begrotingshouding: rond een kwart van het BBP. Na enkele jaren van begrotingsexpansie achten we zon financiële houding geschikt.
Laat ik nu overgaan naar andere onderdelen van het herfstpakket van dit jaar.
Ten eerste, aanbevelingen om buitensporige tekorten te corrigeren.
Dit betreft acht lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije.
Zoals u weet, stelde de Commissie het uitgeven van corrigerende begrotingstrajecten uit totdat we afstemming konden vinden met het middellangetermijnplan van elk land.
Voor de meeste landen was het mogelijk de corrigerende trajecten te baseren op de trajecten die in de respectieve plannen van deze lidstaten waren opgenomen.
Aangezien België nog geen plan heeft ingediend en het plan van Hongarije laat binnenkwam en nog wordt beoordeeld, stelt de Commissie voor die landen een corrigerend pad voor op basis van een referentietraject dat we in juni gaven, bijgewerkt met de laatste ontwikkelingen.
We hebben ook de overschrijdingen van de 3% van het BBP-referentiewaarde voor het tekort dit jaar in Oostenrijk en Finland geanalyseerd.
Voor Finland is er op dit moment geen noodzaak om een procedure voor buitensporig tekort te starten, aangezien het tekort volgend jaar al onder de 3% van het BBP gepland is.
In het geval van Oostenrijk wordt verwacht dat het tekort de komende jaren boven de 3% van het BBP zal blijven. Op basis hiervan zal de Commissie overwegen een procedure voor buitensporig tekort te starten.
De Oostenrijkse autoriteiten hebben echter aangegeven dat ze de nodige maatregelen willen nemen om het tekort onder de 3% van het BBP te brengen, al volgend jaar. De Commissie staat klaar om deze nieuwe maatregelen te beoordelen zodra ze formeel zijn overeengekomen en voldoende gedetailleerd zijn.
Tot slot: de ingediende begrotingsplannen voor 2025 van de eurozone-lidstaten.
Deze worden onderzocht om te zien of de geplande netto-uitgavengroei in lijn is met het traject van het eerste jaar van het middellangetermijnplan. Dit biedt een eerste indicatie of de lidstaten hun verplichtingen onder het nieuwe economisch governance-kader nakomen.
Het is positief dat in de meeste gevallen de geplande uitgavengroei voor 2025, zoals vastgelegd in de ontwerpbegrotingsplannen, overeenkomt met de verplichtingen en het traject van de middellangetermijnplannen en de begrotingsaanbevelingen die door de Raad in oktober zijn vastgesteld. Dit is een bemoedigend begin.
Acht ontwerpbegrotingsplannen worden geacht in overeenstemming te zijn met de begrotingsaanbevelingen, wat betekent dat de netto-uitgavens plannen voor volgend jaar volledig aansluiten bij het traject van hun middellangetermijnplannen.
Dit is ook het geval voor drie andere landen (Luxemburg, Malta, Portugal). Toch zijn hun ontwerpbegrotingsplannen niet volledig in lijn, omdat ze niet volledig hebben voldaan aan de aanbeveling om energiemaatregelen uit te faseren.
Bovendien sluiten de netto-uitgavens plannen niet volledig aan bij de begrotingsaanbevelingen voor Estland, Duitsland, Finland en Ierland. Ook sluit het netto-uitgavenplan mogelijk niet aan voor Litouwen; en sluit het niet aan voor Nederland.
Voor Oostenrijk, België en Spanje beoordelen we het ontwerpbegrotingsplan zodra ze zijn ingediend, gekoppeld aan het moment dat de ontwerpbegrotingen bij de nationale parlementen worden ingediend.
Tot slot: het aannemen van dit uitgebreide pakket laat zien dat we beginnen de doelstellingen van het nieuwe kader te realiseren dat het Parlement en de Raad eerder dit jaar hebben aangenomen, met als doel het versterken van de financiële duurzaamheid en het bevorderen van duurzame en inclusieve groei.
Dank u wel.