Bedankt, Paschal. Goedemorgen, iedereen.
Het is goed om hier in Kopenhagen terug te zijn voor deze vergaderingen terwijl we vooruitkijken en ons voorbereiden op een bijzonder drukke einde van het jaar.
Laat me beginnen met een update over de economische vooruitzichten.
De economische activiteit groeide sneller dan verwacht in de eerste helft van het jaar, vooral in het eerste kwartaal, omdat investeringen en exporten de verwachtingen overtroffen.
Voor het jaar als geheel verwachten we een iets hogere groei dan de 1,1% die voor de EU in de lente werd voorspeld.
Tegelijkertijd zal de groeimomentum in de tweede helft van het jaar afnemen, maar niet omkeren.
Dit weerspiegelt talloze tegenwind - waaronder, trager wereldwijde handelsgroei, voortdurende onzekerheid en geopolitieke turbulentie.
Daarom is onze groeivoorspelling voor het komende jaar iets zwakker geworden dan toen we onze Lentevoorspelling publiceerden.
Maar over het algemeen blijven de economische fundamenten van de EU gezond.
De arbeidsmarkt blijft in het bijzonder robuust.
We zien dat de lonen stijgen en de inflatie daalt.
Dit is goed nieuws voor huishoudens en zou de consumptie moeten blijven ondersteunen.
Echter, er zijn verschillende risicos voor de vooruitzichten, dus we kunnen niet zelfgenoegzaam zijn.
Dit benadrukt de urgentie om doortastende actie te ondernemen om onze welvaart en autonomie op de lange termijn te waarborgen.
Dit brengt me bij het volgende punt.
Ik verwelkom het ambitieuze werkprogramma van de Eurogroep, zoals vandaag gepresenteerd door Paschal, en kijk ernaar uit om samen met ministers te werken aan de implementatie ervan.
Laat me kort drie elementen vanuit het perspectief van de Commissie noemen.
Ten eerste, over het coördineren van het fiscale en economische beleid.
Het waarborgen van fiscale duurzaamheid en tegelijkertijd zorgen voor adequate uitgaven voor belangrijke prioriteiten, vooral veiligheid en defensie, zal een kritieke kwestie blijven in de toekomst.
De Commissie zal lidstaten helpen bij het maken van deze moeilijke beleidskeuzes, onder andere door een geloofwaardige uitvoering van het nieuwe economische bestuurskader.
Ten tweede, gezien de recente economische ontwikkelingen is het nog belangrijker geworden om manieren te bespreken om de rol van de euro als internationale en digitale munt te versterken.
Ik zal zo terugkomen op de discussie van vandaag over de digitale euro.
Algemeen gesproken moeten we echter vooruitgang boeken op enkele langlopende werkstroom, zoals de Spaar- en Investeringsunie en de Bankenunie.
En tot slot moeten we werken aan het verbeteren van de concurrentiekracht van Europa.
Zoals u weet, is concurrentievermogen een centraal aandachtspunt van de Europese Commissie.
Geleid door onze Concurrentiekompas hebben we al vooruitgang geboekt bij het omzetten van de aanbevelingen in het Draghi-rapport in de praktijk.
Maar er is meer nodig en we moeten samenwerken om de impact te maximaliseren.
In dit geval verwelkom ik opnieuw de focus die het werkprogramma van de Eurogroep hierop legt.
Als we nu kijken naar de digitale euro.
Hoewel we in de afgelopen twee jaar langzaam maar gestaag vooruitgang hebben gezien, is er nu een groeiende urgentie om politieke overeenstemming te bereiken en de resterende openstaande kwesties aan te pakken.
Vandaag hebben we hierover een discussie gehad en ik ben blij te kunnen melden dat we vandaag een belangrijke doorbraak hebben bereikt.
De Eurogroep, zoals Paschal zei, heeft een politieke overeenkomst bereikt over het institutionele kader voor het vaststellen van de limieten voor het aanhouden van middelen, wat zorgt voor een passende rol voor zowel de Raad als de ECB.
Deze overeenkomst biedt nieuwe impulsen voor de inspanningen om tegen het einde van het jaar tot een gemeenschappelijke aanpak in de Raad te komen.
Hierbij wil ik de Deense Voorzitterschap bedanken voor hun inzet voor de voortgang van dit cruciale dossier en de inzet van de Commissie bevestigen om alle nodige ondersteuning te bieden.
Tenslotte heb ik ook verslag gedaan van het telefoongesprek van de G7-ministers van Financiën in verband met de toenemende druk op Rusland vanwege zijn agressie tegen Oekraïne.
De Europese Unie en haar lidstaten hebben altijd sterke leiderschap getoond in het G7-formaat en in het ondersteunen van Oekraïne.
Bijvoorbeeld, niemand heeft sterkere sancties opgelegd dan Europa.
En ze werken, vooral als onderdeel van een gecoördineerde G7-aanpak.
G7-sancties hebben al echte kosten veroorzaakt voor de Russische economie die in de honderden miljarden lopen.
Maar het is duidelijk dat we de druk op Rusland verder moeten opvoeren om zijn oorlog van agressie onhoudbaar te maken.
In deze geest zal het voorstel van de Commissie voor het 19de sanctiepakket gericht zijn op het verder verzwakken van de al verzwakte oorlogseconomie van Rusland.
Ik verwacht dat u hier zeer binnenkort details over zult horen.
Tweede, over de Reparatielening.
Zoals president Ursula von der Leyen aankondigde in haar toespraak over de staat van de Unie, zal het een lening met beperkte terugvordering aan Oekraïne zijn, gefinancierd door kasbalansen van geimmobiliseerde Russische Centrale Bankactiva.
Dit zou echter geen invloed hebben op de claim van Rusland op de financiële instellingen die deze geimmobiliseerde kasbalansen aanhouden, die volledig van kracht blijven.
Maar deze lening zou alleen worden terugbetaald als en wanneer Oekraïne schadevergoeding van Rusland ontvangt, dus in wezen een voorfinanciering van de schadevergoeding.
Het is alleen maar rechtvaardig dat Rusland betaalt voor de oorlog die het begon.
We werken nu aan technische details die bepaalde zorgen en vragen adresseren om een juridisch, financieel en fiscaal solide instrument te bouwen.
Belangrijk is dat het ook schaalbaar is op G7-niveau, en verschillende G7-partners hebben interesse getoond om een soortgelijke aanpak te volgen.
Ik zal hier stoppen.
Hartelijk dank.