We zijn getuige van hoe de Georgische autoriteiten verder afstand nemen van democratische normen.
De snelle aanpassing van wijzigingen in de Code voor Administratieve Overtredingen, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op Bijeenkomsten en Manifestaties zal diepgaande effecten hebben op de Georgische samenleving. Ze zullen de rechten op vrijheid van meningsuiting, vergadering en persvrijheid aanzienlijk ondermijnen.
Deze ontwikkelingen vormen een ernstige terugslag voor de democratische ontwikkeling van Georgië en voldoen niet aan de verwachtingen van een EU-kandidaatland.
We roepen de autoriteiten op om deze maatregelen op te schorten, verdere spanningen te vermijden en de mening van het OSCE Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) af te wachten, zoals gevraagd door de Ombudsman.
De Georgische autoriteiten hebben intimidatie en geweld gebruikt om afwijkende meningen het zwijgen op te leggen. Vreedzame demonstranten, journalisten en oppositiepolitici zijn doelwit geweest bij het uitoefenen van hun fundamentele rechten. Het geval van de momenteel gedetineerde journalist Mzia Amaglobeli, die in hongerstaking is, is een voorbeeld van hoe journalisten en vrijsprekende individuen worden behandeld. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het geweld moeten ter verantwoording worden geroepen.
We roepen de Georgische autoriteiten op om alle onterecht gedetineerde journalisten, activisten en politieke gevangenen vrij te laten. We dringen erop aan dat de autoriteiten zorgen voor een dialoog met alle politieke krachten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Geen enkele optie mag worden uitgesloten om vertrouwen en dialoog te herstellen. De aanbevelingen van het OSCE/ODIHR-rapport over de laatste verkiezingen moeten met spoed worden uitgevoerd. De Europese Unie blijft bereid om alle inspanningen te ondersteunen voor een democratische, stabiele en Europese toekomst voor Georgië.