Op 27 mei 2025 is de omgevingsovereenkomst voor windpark Echteld Lienden ondertekend. Dit is een belangrijke stap in het project na 2 jaar intensief overleg tussen alle betrokken partijen.
De omwonenden (vertegenwoordigd via de Omgevingsadviesraad) hebben voorgesteld om de afspraken over het windpark vast te leggen in een overeenkomst. In deze omgevingsovereenkomst maakt de Omgevingsadviesraad afspraken met de initiatiefnemer van het windpark, de energiecoöperatie en de provincie. De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) heeft de omwonenden ondersteund en is ook ondertekenaar van de overeenkomst.
De afspraken gaan onder andere over:
- Het beperken en controleren van geluid en slagschaduw, en het bijna helemaal uitschakelen van de verlichting van de windturbines.
- Financiële bijdragen voor omwonenden en de omgeving.
- Het vooraf aanbieden van een vergoeding voor mogelijk nadelige effecten (dit heet nadeelcompensatie).
- Hoe er wordt omgegaan met klachten en handhaving, en hoe bewoners informatie ontvangen tijdens de bouw en als het windpark in gebruik is.
- Het voorkomen van schade, bijvoorbeeld door trillingen.
Anterieure overeenkomst
Naast de omgevingsovereenkomst hebben Gedeputeerde Staten ook de anterieure overeenkomst vastgesteld. Dit is een overeenkomst tussen de initiatiefnemer van het windpark en de provincie. Deze afspraken gaan onder andere over:
- Hoe de kosten die we als provincie hebben gemaakt, verrekend worden met de initiatiefnemer.
- De zekerheid dat ook een nieuwe eigenaar zich aan de afspraken uit de omgevingsovereenkomst houdt.
Vervolgstappen
- Behandeling zienswijzennota door Provinciale Staten: de zienswijzennota voor het ontwerp-projectbesluit is ter informatie aangeboden aan Provinciale Staten. Zij bespreken de zienswijzennota in juni 2025.
- Besluitvorming projectbesluit door Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten nemen naar verwachting na de zomervakantie van 2025 een besluit over het projectbesluit. Na vaststelling van het projectbesluit is deze in te zien en is het mogelijk in beroep te gaan bij de Raad van State.