Naast het intensiveren van natuurherstel binnen de beschermde Natura2000-gebieden, gaat het Brabantse provinciebestuur ook aan de slag met de gebieden direct daaromheen. Om tot het nodige natuurherstel te komen en Brabant weer open te krijgen voor vergunningverlening, is dit een logische en noodzakelijke vervolgstap, zo laat het provinciebestuur weten. Dit overgangsgebiedenbeleid zal een plek krijgen in de Natura 2000-beheerplannen.

Het Brabantse provinciebestuur liet eerder al weten koers te houden op het realiseren van wettelijke doelen op gebied van natuur, water en klimaat en een duurzame toekomst voor de landbouw.

Gedeputeerde Hagar Roijackers (Natuur, Milieu en Aanpak Landelijk Gebied): “De afgelopen jaren hebben we met onze samenwerkingspartners al veel natuur- en waterprojecten gerealiseerd en gewerkt aan het terugdringen van de stikstofdeken die schadelijk is voor onze Brabantse natuur. Daarnaast zijn we voortdurend in gesprek met grondeigenaren en belanghebbenden over wat waar wel nog kan en waar het anders moet, bijvoorbeeld in de gebieden van de gebiedsgerichte aanpak (GGA). Maar we zijn er helaas nog niet. Onze natuurgebieden hebben ook last van het onttrekken van water en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de directe omgeving van deze gebieden. De tijd is nu gekomen om daar werk van te maken zodat de natuur niet verder verslechtert en op termijn kan herstellen, en zodat ook vergunningverlening weer mogelijk wordt.”

Perspectief voor agrarische ondernemers: wat kan in overgangsgebieden?

Wat kan er in deze overgangsgebieden? Het grondgebruik gaat in de praktijk meestal extensiever worden. Graslanden en dus grondgebonden (melk)veehouderij zijn belangrijk om verdroging tegen te gaan en de uitspoeling van meststoffen te verminderen. Deze wil de provincie dus graag behouden en stimuleren in deze gebieden. Maar de provincie wil ook dat akkerbouw mogelijk blijft, binnen bepaalde voorwaarden (zoals biologische teelten) en waar passend in een hersteld watersysteem.

Om ondernemers perspectief te bieden en te komen tot een proportionele aanpak, laat de provincie onderzoeken of bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld het gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen of spotspraying, dichtbij Natura 2000-gebieden een goede alternatieven zijn die geen negatieve effecten veroorzaken op de natuur. Daarnaast wil de provincie ondersteuning bieden aan ondernemers om zich aan te kunnen passen aan de gewenste situatie, bijvoorbeeld door kavelruil.

Verkennende gesprekken

In een verkennende gespreksronde sprak de provincie met diverse samenwerkingspartners. Er is steun voor het toewerken naar duurzamer grondgebruik in de omgeving van Natura 2000-gebieden. Er zijn wel verschillende opvattingen over de route daarnaartoe. Vanuit de agrarische sector is duidelijk geen behoefte aan een verplichtend spoor. Terwijl belangenorganisaties vanuit natuur, gemeenten en waterschappen de waarde van een verplichtend spoor – ook in relatie tot Brabant weer open krijgen voor vergunningverlening – veelal juist onderschrijven. Vanuit alle partijen wordt opgeroepen om maatwerk mogelijk te maken.

Meer duidelijkheid vóór zomer 2026

Vanwege de urgentie om de wettelijke doelstellingen op het gebied van water en natuur te behalen en het streven naar meer duidelijkheid voor ondernemers, zet de provincie nu een stap. Voor het onderdeel ‘Toetsing huidige activiteiten en vergunningverlening’ in de Natura 2000-beheerplannen komt vóór de zomer van 2026 in één keer een actualisatie. Dit geldt voor alle 17 Natura 2000-gebieden waarvan de provincie Noord-Brabant bestuurlijk gezien de trekkende partij is. Ook stelt de provincie een handhavingsaanpak vast, die inzicht zal geven waar toezicht en handhaving geprioriteerd zal worden.

Daarmee gaat de aanpak overgangsgebieden integraal onderdeel uitmaken van de bestaande wettelijk verplichte Natura 2000-beheerplannen per gebied. Ondernemers in de omgeving van Natura 2000-gebieden hebben daarmee duidelijkheid over een vergunningplicht voor gewasbeschermingsmiddelen en onttrekkingen.
Er blijft ook ruimte voor hoogproductieve duurzame landbouw in Brabant, onder andere voor de voedselproductie. In deze gebieden stimuleert de provincie het terugbrengen van de impact van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, onder andere via het Actieplan Gewasbeschermingsmiddelen.

Rijksmiddelen hard nodig

Eind 2024 kondigde de provincie aan beleid te gaan ontwikkelen voor overgangsgebieden. In de tussentijd heeft het demissionaire Kabinet-Schoof in de kamerbrief “startpakket Nederland van het slot” besloten de aanpak met betrekking tot zonering/strokenbeleid te starten in de Veluwe (provincie Gelderland) en De Peel (provincies Limburg en Noord-Brabant).
De Brabantse problemen rondom het tegengaan van verslechtering in Natura 2000-gebieden zijn echter groter dan De Peel alleen en ook breder dan alleen de neerslag van stikstof. De aanpak voor overgangsgebieden is daarom noodzakelijk, volgens de provincie. Die daarbij benadrukt dat hulp van de Rijksoverheid voor de financiering hiervan wel degelijk nodig is.

Brabant open krijgen voor vergunningen

Brabant heeft in het bestuursakkoord ‘Samen maken we Brabant’ de ambitie uitgesproken om Brabant open te houden voor belangrijke economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Op dit moment liggen veel vergunningstrajecten voor onder andere woningbouw, energie, mobiliteit en landbouw stil omdat het te slecht gaat met de natuur. De provincie wil vergunningverlening weer mogelijk maken en samen met partners stappen zetten om natuur, water en bodem te herstellen.

Als vervolgstap op het in 2024 vastgestelde Plan van Aanpak Landelijk Gebied heeft het Brabantse bestuur ondertussen ook de Kaderrichtlijn Water (KRW)-impuls Brabant vastgesteld en de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS 2.0). Ook het Actieplan Gewasbeschermingsmiddelen verschijnt binnenkort.