De provincie Zuid-Holland maakt flinke stappen om voor 2026 een structureel sluitende begroting te presenteren. Dit blijkt uit de Voorjaarsnota 2025 en de Kadernota 2026-2029 die deze week naar Provinciale Staten zijn gestuurd. ‘Het is een bemoedigend beeld; we staan er positiever voor en tegelijkertijd moeten we scherp aan de wind blijven zeilen’, zegt Mariëtte van Leeuwen, gedeputeerde Financiën.
In het coalitieakkoord staat dat vanaf 2026 de begroting structureel in balans moet zijn. Dit betekent dat structurele taken moeten worden gedekt met structurele inkomsten. Bij het vaststellen van de Begroting 2025 was dit saldo niet in balans. Omdat het structurele geld van de provincie niet eindig is, is ervoor gekozen om de bijstelling van de begroting in de Voorjaarsnota dit jaar te beperken.
Extra geld vrijgemaakt
Er wordt in de Voorjaarsnota extra geld vrijgemaakt voor faunabeheer en faunaschade, komt een eerder gereserveerd bedrag vrij voor het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZHPLG) en komt er meer geld vrij dat we hebben gekregen van het Rijk voor openbaar vervoer. Dit wordt ingezet om tariefstijgingen bij vervoerders te voorkomen en het aanbod op peil te houden en te verbeteren. Ook zijn er in 2024 veel subsidies aangevraagd. Deze zijn deels al verleend, maar nog niet allemaal uitgekeerd. Om de woningbouw te blijven stimuleren, hebben we ervoor gekozen om het budget hiervoor beschikbaar te houden.
Structureel meer inkomsten
Verder laat de Voorjaarsnota zien dat we structureel meer inkomsten binnenkrijgen dan we konden voorspellen bij het vaststellen van de Begroting 2025. De motorrijtuigenbelasting levert meer op doordat het aantal voertuigen in Zuid-Holland is toegenomen en de voertuigen gemiddeld genomen zwaarder worden en daarmee hoger worden belast. Bij elektrische auto’s is dit bijvoorbeeld het geval. Vanuit het Provinciefonds is de uitkering ook hoger dan aanvankelijk begroot. Ook zien we dat er later wordt gestart met sommige investeringsprojecten en deze dan ook later worden afgerond. Hierdoor schuiven de kapitaallasten zoals afschrijvingen door naar de toekomst. Daardoor worden de uitgaven later gedaan dan oorspronkelijk bedacht bij het opstellen van de begroting 2025. Deze ontwikkelingen zorgen nu voor een positief effect op het begrotingssaldo.
Herbezinningsopgave blijft
In de Kadernota zijn deze ontwikkelingen uitgewerkt voor de langere termijn. Duidelijk is dat de inkomsten structureel hoger uitvallen dan eerder werd begroot, maar dat neemt niet weg dat er nog een herbezinningsopgave ligt, omdat er meer arbeidscapaciteit nodig is dan momenteel is begroot om alle ambities van het college waar te maken. Daarnaast is het met alle economische en maatschappelijke ontwikkelingen nodig dat de provinciale financiën voor de langere termijn weerbaar zijn voor mogelijke tegenvallers.
Dynamisch speelveld
‘Begroten vindt altijd plaats in een dynamisch speelveld en daarom is het goed om pas uit te geven als je weet wat je hebt op structureel vlak. We worden hier steeds beter in, maar het blijft vragen om zorgvuldigheid, waarbij we rekening moeten houden dat we daarbij ook afhankelijk zijn van derden', besluit Van Leeuwen.