Begrotingen Rijk niet compleet voor goede besluitvorming in parlement

Doelstellingen en risico’s rijksoverheid uit beeld

De Algemene Rekenkamer stuurt in de week voor de Algemene Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer brieven naar het parlement met aandachtspunten bij de ontwerpbegrotingen die het kabinet op Prinsjesdag uitbracht. De Rekenkamer let daarbij op of in begrotingen het geld navolgbaar is, de doelen van rijksbeleid helder en de risico’s in beeld zijn. 

Met deze informatie kan het parlement met betere onderbouwing zijn budgetrecht uitoefenen. Een goede begroting voorafgaand aan het jaar is ook de basis voor een goede verantwoording achteraf.

Weinig aandacht voor risico’s

Naast een opsomming van opvallende wijzigingen in de ontwerpbegroting 2026 ten opzichte van de begroting 2025, gaat het in deze brieven zowel om financiële als om beleidsrisico’s waar de Algemene Rekenkamer aandacht voor vraagt. Het is opvallend dat er in de meeste begrotingen van ministers voor het jaar 2026 weinig aandacht is voor risico’s voor de rijksfinanciën of te behalen resultaten. Dat maakt het moeilijk om in te schatten of een begroting realistisch is, of een ambitie haalbaar is en passend bij de voorziene middelen en risico’s. Met incomplete informatie over geld, verwachte resultaten en risico’s is het lastig voor het parlement om een goed onderbouwde budgetbeoordeling te maken en het budgetrecht goed uit te oefenen.
Voorbeelden van risico’s zijn de korting op de afdrachten aan de Europese Unie en de sterke teruggang in het budget voor de opvang van asielzoekers vanaf 2027. De Rekenkamer wijst verder op risico’s voor de drinkwatervoorziening, voor te weinig (aangepaste) woningen voor ouderen, financiële risico’s bij het stopzetten van revolverende fondsen of bij nadeelcompensatie bij het intrekken van natuurvergunningen en de financiering van plannen voor nieuwe kerncentrales. 
Soms geeft een minister wel in de ontwerpbegroting 2026 aan dat voorgenomen beleidsdoelen wellicht niet haalbaar zijn, zoals bij klimaatvoornemens en nagestreefde uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (research & development).

Ordentelijk begrotingsproces

In de brieven met aandachtspunten bij de begroting 2026 benadrukt de Rekenkamer het belang van een tijdige en goed onderbouwde begrotingsbehandeling in het parlement. 
Zo is afgelopen jaar de besluitvorming over het budget van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet tijdig en niet altijd zorgvuldig verlopen. Daarom moest toen een parlementaire noodprocedure worden ingezet, zodat onderwijsinstellingen op tijd de juiste salarissen aan leerkrachten konden overmaken.
De parlementaire behandeling van de ontwerpbegrotingen 2026 van alle ministers komt door de vervroegde Tweede Kamerverkiezing opnieuw onder druk te staan. De kans is realistisch dat de begroting pas na 1 januari 2026 wordt aangenomen, terwijl een goedgekeurde begroting aan de start van het nieuwe kalenderjaar wenselijk is. Dat zorgt immers voor duidelijkheid bij burgers en bedrijven, overheidsinstellingen en medeoverheden; het draagt daarmee bij aan het vertrouwen in de overheid.
De Rekenkamer waarschuwt daarnaast voor de krappe tijd die de Tweede Kamer heeft voor behandeling van het veelomvattende Belastingplan voor 2026.

Bezuiniging op uitgaven ambtenaren

Een van de aandachtspunten van de Algemene Rekenkamer betreft de invulling van de ombuiging van de apparaatsuitgaven. De eerder tussen het kabinet en de Kamer afgesproken ombuiging uitgaven eigen personeel van het Rijk is afgezwakt en wordt onder andere elders binnen de apparaatsuitgaven ingevuld. In de Miljoenennota staat dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer over de invulling hiervan nog zal informeren. 

Lerende overheid: benut evaluaties rijksbeleid

Het is belangrijk dat ministers inzicht krijgen of afgesproken beleid en maatregelen werken in de praktijk. Daarom moet elke minister regelmatig evaluaties uitvoeren. Het is vervolgens behulpzaam dat de Kamer aandacht besteedt aan die evaluaties. Als handvat voor de Kamercommissies wijst de Rekenkamer op belangrijke evaluaties van rijksbeleid die recent verschenen zijn of komend jaar te verwachten. Zodat Kamerleden de uitkomsten daarvan kunnen betrekken bij de Kamerdebatten.

Publicaties