In 2023 was 10% van de LHBTQIA (lesbisch, homoseksueel, bi-plus, transgender, queer, intersekse en aseksueel) personen slachtoffer van geweld. Ter vergelijking: bij de rest van de bevolking lag dit percentage op 6%. Vooral mensen met een non-binaire genderidentiteit zijn vaker slachtoffer, zoals blijkt uit onderzoek van het CBS.

Uit cijfers van de Veiligheidsmonitor 2023 blijkt dat 25% van de LHBTQIA personen van 15 jaar of ouder in het afgelopen jaar een vorm van traditionele criminaliteit heeft ervaren, zoals geweld of criminaliteit tegen eigendommen. Dit is hoger dan bij niet-LHBTQIA personen, waarvan 19% deze ervaring had. De kans op geweld, inclusief seksuele delicten, is voor LHBTQIA personen dubbel zo groot vergeleken met anderen.

Non-binaire en bi-plus personen dragen het meeste risico

Mensen met een non-binaire identiteit worden het vaakst slachtoffer: 24% van hen werd in 2023 slachtoffer van geweld. Ook bi-plus vrouwen (13%) en homoseksuele mannen (10%) hebben vaker te maken met geweld.

Negatieve gevolgen voor LHBTQIA slachtoffers

LHBTQIA slachtoffers ervaren vaker negatieve gevolgen dan niet-LHBTQIA slachtoffers. Zo voelde 32% van de LHBTQIA slachtoffers emotionele of lichamelijke schade, terwijl dit percentage voor niet-LHBTQIA slachtoffers op 25% ligt. De emotionele gevolgen zijn het grootst bij LHBTQIA slachtoffers: 26% ervoer deze, vergeleken met 20% van niet-LHBTQIA slachtoffers.

Onveiligheidsgevoelens onder LHBTQIA personen

Het gevoel van onveiligheid is ook groter bij LHBTQIA personen. 42% voelt zich wel eens onveilig, terwijl dit percentage onder de rest van de bevolking op 34% ligt. In eigen buurt voelt 18% zich onveilig, in tegenstelling tot 14% van niet-LHBTQIA personen. Ook zijn LHBTQIA personen vaker bang om slachtoffer van geweld te worden en schatten ze hun kans hierop hoger in.