Dit artikel bespreekt de stagnatie van de arbeidsproductiviteit in 2024 en de impact op verschillende sectoren.
De arbeidsproductiviteit van de commerciële sector is in 2024 met 0,1 procent afgenomen ten opzichte van een jaar eerder. In 2023 daalde de arbeidsproductiviteit met 2,0 procent, de grootste daling na 2009. Vooral in de bouwnijverheid, de financiële sector en de energievoorziening daalde de arbeidsproductiviteit in 2024. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe voorlopige cijfers.
De arbeidsproductiviteit is een maat voor de efficiëntie waarmee wordt gewerkt. Deze wordt uitgedrukt als de toegevoegde waarde per gewerkt uur. Het is een belangrijke economische indicator: een groeiende arbeidsproductiviteit verhoogt de welvaart van een land. In 2024 nam de toegevoegde waarde van de commerciële sector toe met 1,0 procent, terwijl het aantal gewerkte uren met 1,1 procent toenam. Dit resulteert samen in een daling van de arbeidsproductiviteit met 0,1 procent.
Financiële dienstverlening draagt sterkst bij aan daling productiviteit
Arbeidsproductiviteitsgroei kan op twee manieren tot stand komen. Allereerst doordat de gemiddelde arbeidsproductiviteit van de bedrijfstakken stijgt. Dat was in 2024 niet het geval. De financiële dienstverlening, de bouwnijverheid en de energievoorziening droegen het sterkst bij aan de dalende arbeidsproductiviteit. De specialistische zakelijke dienstverlening en de vervoer en opslag droegen het meest positief bij aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit.
Relatief meer uren gewerkt in productieve sectoren
De totale arbeidsproductiviteit kan ook stijgen als er relatief meer uren wordt gewerkt in productievere bedrijfstakken. Andersom geldt hetzelfde: als er relatief meer uren gewerkt worden in minder productieve sectoren daalt de totale arbeidsproductiviteit. Dit soort effecten worden structuureffecten genoemd.
In Nederland worden al twee jaar op rij relatief meer uren gewerkt in productievere bedrijfstakken zoals de energievoorziening en de financiële dienstverlening. Hier ligt de arbeidsproductiviteit, ondanks de daling in 2024, nog altijd hoger dan gemiddeld. In de verhuur en overige zakelijke dienstverlening ligt de productiviteit juist lager dan gemiddeld, en daar werden in 2024 relatief minder uren gewerkt.
Lagere multifactorproductiviteit
Een andere manier om naar de ontwikkeling van arbeidsproductiviteit te kijken is deze te ontleden in de drie factoren kapitaalgoederen: meer gebruik van kapitaalgoederen per gewerkt uur (kapitaalverdieping), beter gekwalificeerd personeel (arbeidscompositie-effect), of door overige factoren, zoals schaalvoordelen en technologische vooruitgang (multifactorproductiviteit).
De bijdrage van zowel kapitaalverdieping (0,1 procentpunt) als het arbeidscompositie-effect (0,3 procentpunt) was in 2024 positief. Er werd dus meer kapitaal (zoals machines en computers) en relatief beter gekwalificeerd personeel ingezet per gewerkt uur.
Dat de arbeidsproductiviteit in 2024 toch daalde, komt door een negatieve bijdrage van de multifactorproductiviteit van 0,4 procentpunt. De ontwikkeling van de multifactorproductiviteit wordt doorgaans gezien als een maatstaf voor technologische vooruitgang en de efficiëntere inzet van productiemiddelen in het productieproces. Bij een negatieve waarde is er sprake van het omgekeerde.