Via het vernieuwde dashboard ‘Basisvaardigheden in zicht’ hebben beleidsmakers vanaf eind oktober weer een actueel beeld van het aantal inwoners in hun gemeente met beperkte basisvaardigheden. Dit helpt gemeenten om meer grip te krijgen op deze groep die moeite heeft met taal en/of rekenen. En om inwoners gerichter te kunnen benaderen met hulp bij taal en/of rekenen of een cursus. Voor het eerst had het CBS een grote rol bij de totstandkoming van het dashboard.
Drie miljoen volwassenen tussen de 16 en 75 jaar in Nederland zijn laaggeletterd. Dat betekent dat zij moeite hebben met taal en/of rekenen en daardoor vaak ook met digitale vaardigheden. Het CBS heeft is samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) dit dashboard met deze cijfers geactualiseerd.

Grootschalig internationaal onderzoek

Aan de grondslag van het dashboard ligt het PIAAC-onderzoek. Dit is een groot internationaal onderzoek naar kennis en vaardigheden van volwassenen. Het wordt ongeveer eens in de tien jaar uitgevoerd in tientallen landen, waaronder Nederland. Een onderdeel van het onderzoek is een taal- en rekentest. Hiermee krijg je zicht op iemands niveau van basisvaardigheden. Het dashboard is gebaseerd op data van Nederlandse respondenten.

Nieuwste cijfers

In 2019 publiceerden onderzoekscentrum ROA van de Universiteit Maastricht, Expertisecentrum beroepsonderwijs (ECBO) en onderzoekbureau Etil research group een dashboard met cijfers over geletterdheid. Dat deden ze in opdracht van het ministerie van OCW en ze baseerden zich op het PIAAC-onderzoek uit 2012. Vanaf eind oktober kunnen beleidsmakers hun voordeel doen met een geactualiseerde versie van het dashboard. De gegevens zijn gebaseerd op de nieuwste PIAAC-cijfers: uit 2023. ‘Na de publicatie van de nieuwe data wilde het ministerie een update van het dashboard’, zegt Snijders. De laatste PIAAC-cijfers werden eind 2024 gepubliceerd en zijn voor Basisvaardigheden In Zicht gekoppeld aan registerdata van het CBS uit 2024, bijvoorbeeld over leeftijd en opleidingsniveau.
OCW gaf hiervoor twee opdrachten. Aan het CBS werd gevraagd de nieuwste PIAAC-cijfers te analyseren en door te vertalen naar gemeente- en wijkniveau. Verder kreeg het Expertisepunt Basisvaardigheden als onderdeel van Stichting Lezen en Schrijven het verzoek het dashboard te actualiseren en toegankelijk te maken voor het veld.

Uitsplitsing op wijkniveau

Waren de werkzaamheden voor het CBS een primeur? Niet helemaal, vertelt senior beleidsonderzoeker en projectleider Jaap Jansen. ‘Wij hadden al eens PIAAC-cijfers uit 2012 gebruikt om een beeld te krijgen van de laaggeletterdheid in Rotterdamse wijken. Ik ben ook coördinator van het CBS Urban Data Center/Den Haag. In 2023 vroeg de gemeente Den Haag me of het CBS hetzelfde kon doen voor de acht Haagse stadsdelen. In die periode zaten de nieuwste PIAAC-cijfers in de pijplijn. Het was ook de tijd waarin we in contact kwamen met de Stichting Lezen en Schrijven. We begrepen dat zij via het Expertisepunt Basisvaardigheden ook aan de slag gingen met de actuele PIAAC-cijfers. Een samenwerking lag voor de hand. Mede daardoor kwam het CBS bij het ministerie in beeld voor de doorontwikkeling van het landelijke dashboard.’

Volwaardig meedraaien

Joram Snijders is senior beleidsmedewerker van de directie Middelbaar Beroepsonderwijs bij het ministerie van OCW. Hij zegt: ‘Een grote groep mensen in ons land heeft onvoldoende basisvaardigheden om volwaardig mee te draaien in de maatschappij. Het ministerie wil stimuleren dat zij deze vaardigheden kunnen verbeteren. Gemeenten zijn hierbij belangrijk, omdat zij een regierol hebben bij de aanpak van basisvaardigheden voor volwassenen. Denk aan het in beeld krijgen van deze groep en hen bereiken en enthousiasmeren. Bijvoorbeeld voor een taalcursus. Het dashboard helpt beleidsmakers hierbij.’

4250 Nederlanders

4250 Nederlanders tussen 16 en 75 jaar hebben meegedaan aan het jongste PIAAC-onderzoek. Hoe kon het CBS aan de hand van de onderzoeksresultaten komen tot betrouwbare percentages van inwoners in alle Nederlandse gemeenten die moeite hebben met taal en rekenen?
Jansen: ‘Laaggeletterdheid hangt vaak samen met onder andere opleidingsniveau, migratieachtergrond, werkstatus en leeftijd. Wat betreft het laatste: na ongeveer het 65e levensjaar stijgt de kans op laaggeletterdheid. Van de deelnemers aan het PIAAC-onderzoek zijn vanuit de registerdata van het CBS zaken als leeftijd, migratieachtergrond, werkstatus en meestal ook het opleidingsniveau bekend. De PIAAC-data over laaggeletterdheid hebben we hiermee gecombineerd. Op basis daarvan is modelmatig de samenhang tussen laaggeletterdheid en deze eigenschappen bepaald. We weten per gemeente en wijk hoe deze eigenschappen verdeeld zijn. Daardoor kan per gemeente en in veel gevallen per wijk een inschatting worden gemaakt van de laaggeletterdheid binnen het gebied.’

Belangrijke thema's

Marleen Hensbergen is adviseur bij het Expertisepunt Basisvaardigheden. Zij vertelt welke indicatoren over beperkte basisvaardigheden zijn meegenomen in de analyses voor het dashboard.
‘Het dashboard geeft weer hoe de inwoners met beperkte basisvaardigheden in een bepaalde gemeente of wijk zijn onderverdeeld naar subdoelgroepen. Hierbij is in nauwe afstemming met het CBS en het werkveld gekeken naar vier belangrijke hoofdindicatoren. Er is gekeken naar werkstatus, gezinsstatus en leeftijd. En voor het eerst wordt ook duidelijk de verhouding weergegeven van mensen met Nederlands als eerste taal (inwoners in Nederland geboren) en mensen met Nederlands als tweede taal (in het buitenland geboren).’ De cijfers in het dashboard bieden beleidsmakers inzichten om onderbouwde keuzes te maken en zo te kunnen sturen in beleid. Het overzicht van de doelgroepen biedt beleidsmakers ook handvatten: het helpt ze inwoners met beperkte basisvaardigheden makkelijker te vinden, bijvoorbeeld via hun werkgever, UWV of de school van hun kinderen.

Aansluiten bij beleid

Het beeld van laaggeletterdheid op wijkniveau is iets nieuws; tot nu toe bood het dashboard die mogelijkheid niet. Hensbergen: ‘Een andere ontwikkeling is dat we de doelgroepen meer dan de vorige keer laten aansluiten bij beleid. Hierdoor zullen beleidsmakers de doelgroepen makkelijker kunnen herkennen en daarmee beter kunnen bereiken en gerichter benaderen. Ook hebben we ervoor gekozen om in het dashboard allereerst een overzicht van de cijfers van de eigen gemeente te laten terugkomen. Vergelijken met andere gemeenten kan uiteraard nog steeds. Door op een eigen grafiek te klikken, kan je kiezen met welke zes andere regio(‘s), gemeente(n) en/of wijken je jezelf wilt vergelijken.’

Privacy

Jansen benadrukt dat van geen enkele Nederlander de identiteit is te herleiden via het dashboard. ‘De privacy is gewaarborgd. Dat komt omdat het CBS een model heeft gemaakt: op basis van PIAAC-data en eigen bronnen doet het een schatting van laaggeletterdheid in gemeenten en wijken; we rapporteren niet over individuele personen. Om herkenbaarheid te voorkomen, geven we ook niet een beeld van laaggeletterdheid voor elke wijk. Als een wijk een te klein aantal inwoners en te weinig beschikbare data uit het onderzoek heeft, nemen we die wijk niet op in het dashboard.’

Kennissessies

Het dashboard Basisvaardigheden in zicht, met cijfers van het CBS erin, is gebouwd door Etil. Om beleidsmakers wegwijs te maken in het nieuwe dashboard en in het datagestuurd werken, organiseert het Expertisepunt Basisvaardigheden twee online kennissessies. De sessie op dinsdag 28 oktober gaat over gebruik van het dashboard. Die op maandag 10 november maakt duidelijk welke andere databronnen waardevol kunnen zijn bij beleidskeuzes in de aanpak van basisvaardigheden.