Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
De uitvoer van goederen en diensten steeg in het derde kwartaal met 0,8 procent ten opzichte van het tweede kwartaal. Vooral de export van aardolieproducten, kunststof, metalen en machines nam toe. De invoer van goederen en diensten steeg, met 0,2 procent, minder sterk dan de export. Hierdoor steeg het handelsoverschot.
De consumptie door de overheid steeg in het derde kwartaal met 1,1 procent. De overheid gaf onder andere meer uit aan zorg en aan lonen en salarissen. De consumptie door huishoudens steeg met 0,3 procent. Consumenten gaven meer uit aan energie, vervoer en kleding. De investeringen in vaste activa daalden echter in het derde kwartaal met 1,6 procent. Bedrijven en overheid hebben vooral minder uitgegeven aan vervoersmiddelen.
In de meeste bedrijfstakken steeg de toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) in het derde kwartaal. Het sterkst was de groei, met 3,2 procent, bij de energiebedrijven. Hoewel de toegevoegde waarde van de bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag en de bedrijfstak overheid en zorg, met 0,7 en 0,6 procent, minder sterk groeide, hebben deze sectoren door hun gewicht de grootste bijdrage aan de economische groei in het derde kwartaal. De zakelijke dienstverlening en de delfstoffenwinning drukten echter de groei.
De economie groeide in het derde kwartaal van 2025 met 1,6 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2024. De consumptie door de overheid en huishoudens droegen het meest bij aan deze groei.
De overheidsconsumptie was 3,0 procent hoger, de consumptie door huishoudens was 1,3 procent hoger. De investeringen krompen echter met 0,2 procent. De stijging van de uitvoer was 1,6 procent, terwijl de invoer, met 1,7 procent, iets sterker groeide. Doordat het volume van de uitvoer groter is dan dat van de invoer groeide het handelssaldo toch licht.
Van de bedrijfstakken leverden de overheid en zorg en de handel, horeca, vervoer en opslag de grootste bijdragen aan de economische groei ten opzichte van het derde kwartaal van 2024.
De eerste berekening, 30 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op woensdag 24 december.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2020-2024) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,4 en 0,7 procentpunt, respectievelijk in 2024 en 2021.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Hierdoor kunnen de groeicijfers van eerdere kwartalen worden bijgesteld. Zo is de groei van het tweede kwartaal van 2025 bijgesteld, van 0,2 naar 0,3 procent. De twee kwartalen daarvoor zijn niet bijgesteld.

Bij een extreme regenbui kunnen laaggelegen polders wekenlang onder water staan. Nieuwe waterbeelden helpen om maatregel...