Ruim 1,1 miljoen oud-studenten hadden begin 2025 een studieschuld. Dit aantal is afgelopen jaren gestaag blijven groeien.
Het aantal mensen dat nu studeert met een studieschuld is juist afgenomen. In 2025 hadden 460 duizend studenten een studieschuld. Dat zijn er 150 duizend minder dan in 2023, het jaar dat de basisbeurs weer werd ingevoerd.
Hoewel het aantal mensen met een studieschuld daalde, is het aantal mensen met een studieschuld van 50 duizend euro of meer juist toegenomen. In 2025 hadden 146 duizend mensen een studieschuld van ten minste 50 duizend euro. Dat zijn er bijna 10 duizend meer dan in 2024, en 113 duizend meer dan in 2015. Ruim 3 duizend mensen hebben zelfs een ton of meer studieschuld.
Bijna de helft van de mensen met een studieschuld heeft een schuld van minder dan 10 duizend euro; 4 procent heeft minder dan 500 euro schuld.
Ook in 2025 was de gemiddelde studieschuld hoger dan het jaar ervoor. Sinds het leenstelsel in 2015 is ingevoerd, nam de gemiddelde studieschuld met 5,8 duizend euro toe tot 18,2 duizend euro in 2025.
Oud-studenten hebben een gemiddelde studieschuld van 18,8 duizend euro, 800 euro meer dan in 2024. In 2025 bedraagt de schuld van huidige studenten gemiddeld 16,7 duizend euro, en is daarmee 400 euro lager dan een jaar eerder.
Doordat de basisbeurs in het hoger onderwijs opnieuw is ingevoerd neemt het aantal studenten met een basisbeurs sinds 2023 toe. Vanwege de sterk gestegen prijzen kregen uitwonende studenten in 2023 ook een extra verhoging van de basisbeurs. De totale uitkering aan de basisbeurs is in 2024 verder gestegen, dit was het eerste volledige kalenderjaar sinds de herinvoering van deze beurs.
Ook de aanvullende beurs steeg in 2024, dit komt omdat meer studenten recht kregen op deze beurs. Doordat meer studenten een hogere beurs ontvangen, is de totale uitkering aan studiebeurzen in 2024 gestegen naar 2,7 miljard euro.
