Op 25 november is het vijftig jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. In het onafhankelijkheidsjaar 1975 nam de immigratie van Surinamers sterk toe. Van 1975 tot en met 2024 emigreerden 256 duizend mensen van Suriname naar Nederland. Inmiddels wonen er 181 duizend in Suriname geboren mensen in Nederland, overwegend vrouwen en van relatief hoge leeftijd. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Vanaf het begin van de jaren zestig nam de migratie uit Suriname toe, vijftien jaar voor de onafhankelijkheid. Dit kwam door de verslechterde economie in Suriname, terwijl de Nederlandse economie juist groeide. Ook de ‘kettingmigratie’ kwam langzaam op gang: steeds meer Surinamers hadden een familielid in Nederland wonen met wie ze zich herenigden.

Immigratie piekt in 1975 en daalt na 1980

In 1975, het jaar van de onafhankelijkheid, bereikte de immigratie een piek. Toen vestigden zich 40 duizend mensen in Nederland, van wie er nu nog ruim 17 duizend hier wonen. In 1979 en 1980 volgde een tweede piek, die te maken had met het aflopen van de ‘toescheidingsovereenkomst’, die Surinamers tot vijf jaar na de onafhankelijkheid de keuze bood om de Nederlandse nationaliteit aan te nemen. Daarna werd het moeilijker om naar Nederland te verhuizen.

Na 1980 daalde de immigratie. In de eerste helft van de jaren negentig kwamen jaarlijks nog meer dan 8 duizend mensen uit Suriname, maar vanaf 1994 bleef dat onder de 5 duizend. In de laatste drie jaar nam de immigratie weer toe, tot bijna 4 duizend in 2024.

Van Nederland naar Suriname