Den Haag, 09 december 2025

Het College van Gedeputeerde Staten van Utrecht (GS) mocht de concessie voor het openbaar vervoer met tram en bus in de regio Utrecht Binnen verlenen aan Transdev en de inschrijving van Qbuzz afwijzen. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vandaag beslist. 

De concessie voor Utrecht Binnen

Na een aanbesteding heeft GS de concessie voor het openbaar vervoer met tram en bus in de regio Utrecht Binnen verleend aan Transdev. De inschrijving van Qbuzz werd daarmee afgewezen. De beoordelingen van de inschrijvingen is gedaan door een beoordelings-commissie. GS heeft het advies van deze commissie overgenomen. De concessie gaat in op 14 december 2025 en heeft een looptijd van 10 jaar. Een van de doelen van de aanbesteding is een duurzame concessie met als eis 100% zero emissie in 2028. 

Het standpunt van Qbuzz

Qbuzz is de huidige concessiehouder en is het niet eens met de verlening van de concessie aan Transdev. Volgens Qbuzz is de inschrijving van Transdev irreëel, omdat het praktisch niet mogelijk zal zijn dat Transdev bij de start van de concessie bijna zero emissie kan rijden. Transdev heeft bij de inschrijving wel aangegeven dat te gaan doen. Volgens Qbuzz zal de volledige vloot zero emissie bussen van Transdev niet op tijd zijn geleverd en is er onvoldoende stroom beschikbaar voor het laten rijden van deze bussen. Ook zal een batterij geplaatst moeten worden waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd die niet snel zal worden verleend. Verder moeten constructies voor de laadinfrastructuur op twee stallingslocaties worden aangelegd die de exploitatie van Qbuzz zullen gaan verstoren.

Qbuzz vindt ook de beoordelingscommissie niet deskundig omdat daarin geen deskundige zat op het gebied van elektriciteit of elektrisch laden.

Het oordeel van het CBb

Het CBb oordeelt dat binnen de beoordelingscommissie voldoende kennis aanwezig was om de maatregelen van het transitieplan naar zero emissie in de inschrijvingen te beoordelen. Het was bij de inschrijving geen vereiste om de maatregelen op een technisch zeer gedetailleerd niveau te beschrijven. GS heeft de waardering van de inschrijving van Transdev voldoende gemotiveerd en ook voldoende gemotiveerd waarom de inschrijving van Transdev hoger is gewaardeerd dan die van Qbuzz.

Verder oordeelt het CBb dat Qbuzz niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inschrijving van Transdev irreëel was. Er is sprake van een irreële inschrijving wanneer van die inschrijving vooraf duidelijk is dat die redelijkerwijs niet kan worden nagekomen. De bezwaarcommissie heeft de standpunten van Qbuzz over de haalbaarheid van de overgang naar 100% zero emissie onderzocht en in aanmerking genomen. Het CBb oordeelt daar niet anders over dan de bezwaarcommissie heeft gedaan. De stelling van Qbuzz dat niet voldoende stroom beschikbaar is voor het rijden van de elektrische bussen, beoordeelt het CBb niet. Qbuzz is namelijk uitgegaan van meer oplaadpunten dan Transdev heeft opgegeven. Dat inmiddels is gebleken dat één leverancier geen elektrische bussen zal leveren en Transdev daarom een andere leverancier heeft gecontracteerd, wil niet zeggen dat de inschrijving van Transdev irreëel is. Uit de inschrijving van Transdev blijkt immers dat zij meerdere leveranciers, onder bepaalde voorwaarden, heeft gecontracteerd waardoor zij tijdige levering van de elektrische bussen zou kunnen waarborgen. Dat Qbuzz uit eigen ervaring weet dat het krijgen van een vergunning voor plaatsen van een batterij niet zo makkelijk is, is niet voldoende om de inschrijving van Transdev irreëel te maken. Tot slot oordeelt het CBb dat het geen gunningscriterium is dat Qbuzz de exploitatie van de huidige concessie zonder hinder moet kunnen voortzetten totdat de nieuwe concessiehouder Transdevv tot exploitatie overgaat. De concessie aan Transdev voorziet in een regeling voor de inpassing van haar voorbereidingen in de huidige exploitatie door Qbuzz. 

Na de zitting bij het CBb

Na de zitting heeft Qbuzz een brief van GS overgelegd over de start van de concessie van Transdev. Het CBb heeft daarin geen reden gezien nu geen uitspraak te doen en het onderzoek te heropenen.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met:
Celeste de Wit, afdeling persvoorlichting, tel. 06 22812976 of Administratie CBb 088 362 3910.



Uitspraken

    ECLI:NL:CBB:2025:645