De Autoriteit Consument & Markt (ACM) mocht PostNL een vergunning weigeren voor het overnemen van Sandd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft dit vandaag in hoger beroep beslist. Het CBb laat de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2023:9009) in stand waarbij het beroep van PostNL tegen de weigering ongegrond is verklaard.
Besluitvorming ACM en minister
Oordeel CBb
Het CBb heeft beoordeeld of de ACM de vergunning moest weigeren gelet op de postmarkt en de financiële situatie van PostNL ten tijde van het besluit in 2019 en de prognoses over de verwachte ontwikkelingen op een termijn van drie tot vijf jaar. Dit betekent dat feiten en ontwikkelingen die zich nadien hebben voorgedaan, op zichzelf niet relevant zijn voor het oordeel in deze zaak.
Het CBb is van oordeel dat de ACM de relevante markt zorgvuldig heeft afgebakend. De ACM mocht ervan uitgaan dat er een nationale markt is voor zakelijke partijenpost en een nationale markt voor losse post, en dat digitale communicatie daarvan geen onderdeel uitmaakt. Verder heeft de ACM mogen aannemen dat als Post NL en Sandd niet zouden samengaan, Sandd concurrentiedruk zou blijven uitoefenen op PostNL voor de zakelijke partijenpost en de losse post. Ook heeft de ACM terecht geconcludeerd dat PostNL, zonder de overname van Sandd, de universele postdienst onder economisch aanvaardbare omstandigheden kon blijven uitvoeren in de periode van drie tot vijf jaar na het besluit.
De overname van Sandd door PostNL
Uitspraken
-
ECLI:NL:CBB:2025:629




