In het verleden vonden enkele levensbedreigende incidenten plaats bij het vervoer van los gestorte droge bulklading in binnenvaartschepen. Deze ladingen waren eerder gegast met fosfine om ongedierte te bestrijden. Bij deze incidenten waren veel instanties betrokken waaronder hulpdiensten, Rijkswaterstaat, de Veiligheidsregio, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Arbeidsinspectie en verschillende lokale overheden.
Verantwoordelijkheden en wet- en regelgeving waren tijdens deze incidenten niet voor iedereen duidelijk. Hierdoor duurde de afwikkeling lang. Dat veroorzaakte maatschappelijke onrust. Om de afhandeling van gelijksoortige incidenten in de toekomst te verbeteren stelde de ILT, in het belang van de veiligheid, een handelingsinstructie op. De handelingsinstructie Incidenten met gegaste ladingen in de binnenvaart bestaat uit diverse stappen en is onder andere geborgd bij de meldkamers van de hulpdiensten om afhandeling van dit soort incidenten te uniformeren.
Tabletten
Fosfine wordt in de internationale transportsector gebruikt om de lading tegen ongedierte te beschermen. Fosfine wordt in losse tabletten of met meerdere tabletten in een sleeve (soort kous) toegevoegd aan de lading. Bij het laden en lossen, van bijvoorbeeld een zeeschip of trein naar een binnenvaartschip, verdwijnen de losse tabletten tussen de lading en zijn ze moeilijk te traceren.
Geurloos
Blijven tabletten in de lading achter? Dan kan er tijdens het opvolgende transport een reactie (fosfinegas) ontstaan door een veranderende luchtvochtigheid. Dit kan gevaarlijk zijn: fosfine in gasvorm is kleurloos, geurloos, brandbaar en kan in vrij lage concentraties al dodelijk zijn bij inademing.
Bij incidenten met fosfinegas moeten direct de hulpdiensten worden gewaarschuwd. Daarna is het noodzakelijk om de ILT in te seinen. De ILT bepaalt als toezichthouder op het vervoer van gevaarlijke stoffen of het schip verder mag varen.