Een periode van hitte zoals vorige week komt in het klimaat van nu gemiddeld eens in de twee jaar voor en is daarmee niet heel uitzonderlijk. Vroeger was dat anders: in De Bilt is de kans op zo’n gebeurtenis sinds het begin van de vorige eeuw vijf keer zo groot geworden en de bijbehorende temperaturen zijn met ongeveer 3 graden gestegen. Dat blijkt uit een attributiestudie van het KNMI.
Met klimaatattributie onderzoeken we welke rol klimaatverandering speelde in de kans op en de sterkte van een opgetreden weersextreem. In deze studie gebruiken we de metingen in De Bilt en klimaatmodellen die het extreme weer op een realistische manier narekenen.
Eens in de twee jaar zulke hoge temperaturen
Van 12 tot en met 15 augustus gold code geel voor hitte. In deze periode was de daggemiddelde temperatuur 22,7 °C. De hoogste temperatuur werd op 14 augustus gemeten, toen het kwik in De Bilt 31,4 °C bereikte.
In het klimaat van nu komt een periode van vier dagen met zulke hoge daggemiddelde temperaturen ongeveer eens in de twee jaar voor. Dit aantal jaren is een statistische waarde en kun je dus niet letterlijk nemen; deze zomer hebben we immers al eerder te maken gehad met een periode van hitte met ongeveer dezelfde herhalingstijd. Een herhalingstijd van eens in de twee jaar komt overeen met een kans van 50 procent dat het in een bepaald jaar optreedt.
Vijf keer vaker
Een periode met deze hitte is nu 3 °C warmer dan een vergelijkbare situatie in een pre-industrieel klimaat
In de metingen zien we terug dat de kans op hitte zoals vorige week is toegenomen. De klimaatmodellen bevestigen dit, al onderschatten zij deze trend wel iets ten opzichte van de metingen. Als we de inschatting vanuit de klimaatmodellen en metingen samennemen, zien we dat een gebeurtenis als deze (een vierdaagse gemiddelde temperatuur van 22,7°C) nu vijf keer zo vaak voorkomt als in 1901. Een periode met deze hitte is nu 3 graden warmer dan een vergelijkbare situatie in een pre-industrieel klimaat.
De verwachting is dat deze opwarming verder doorzet. De maximumtemperatuur op de warmste zomerdag in De Bilt was tussen 1991 en 2020 gemiddeld 33°C. Volgens de KNMI’23-klimaatscenario’s warmen de warmste zomerdagen op tot een temperatuur tussen de 33,8°C en 40°C in 2100, afhankelijk van het klimaatscenario dat we volgen (afbeelding 1). Ook het aantal tropische dagen met een maximumtemperatuur van 30°C of meer neemt toe. Tussen 1991 en 2020 waren er gemiddeld 5 tropische dagen per jaar in De Bilt. Tegen 2100 loopt dit op naar tussen de 9 en 39 dagen (afbeelding 2).
Dubbele hittegolf
Niet alleen het aantal hittegolven neemt toe, ook neemt de temperatuur toe en duren ze gemiddeld langer
Een code geel voor hitte is niet hetzelfde als een hittegolf. We spreken van een hittegolf wanneer er in De Bilt vijf dagen achter elkaar een maximumtemperatuur van 25,0 °C of hoger wordt gemeten, waarvan er minimaal drie een maximumtemperatuur hebben van 30,0 °C of hoger. Omdat het KNMI sinds 1901 het weer in De Bilt meet, kunnen we goed zien hoe vaak dit soort temperaturen in het verleden voorkwamen (afbeelding 3). Ieder bolletje staat voor een opgetreden hittegolf. Niet alleen zien we het aantal hittegolven toenemen, ook neemt de maximumtemperatuur toe tijdens de hittegolf en duren ze gemiddeld langer (de kleur van de bolletjes geeft de duur van de hittegolf aan).
Dit jaar zijn er dus al twee hittegolven geweest. Dat is vrij zeldzaam en kwam in het verleden alleen nog maar voor in 1941, 2006, 2018 en 2019. Daarmee is deze zomer de vijfde zomer sinds het begin van de metingen waarin er een dubbele hittegolf is gemeten.