Wereldwijd wordt de lucht schoner. Dat is goed voor de gezondheid, maar fijnstof werkt ook als een verkoelend zonnescherm. Minder fijnstof betekent dus dat we meer van de opwarming door broeikasgassen merken.
Effect van fijnstof op klimaat
Fijnstof heeft een afkoelend effect op weer en klimaat. Dat komt omdat fijnstofdeeltjes (ook wel aerosolen genoemd) zonlicht weerkaatsen en voor wittere --en dus sterker reflecterende- wolken zorgen. Hoe meer aerosolen, hoe meer zonlicht terug de ruimte in wordt gekaatst, en dus hoe koeler het aardoppervlak. Fijnstof, hoe vervuilend het ook is, werkt dus een beetje als een zonnescherm.
Aerosolen maskeren een deel van de opwarming
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt naast koolstofdioxide (CO2) ook zwaveldioxide (SO2) vrij. En terwijl CO2 een opwarmend effect heeft doordat het een broeikasgas is, werkt SO2 juist afkoelend, omdat het in de atmosfeer sulfaataerosol vormt.
Het afkoelende effect van aerosolen groeide sterk toen na de Tweede Wereldoorlog de industrialisatie sterk toenam. Dat is de belangrijkste reden dat in die decennia de mondiaal gemiddelde temperatuur nauwelijks veranderde: het afkoelende effect van de toename in fijnstof ging ongeveer gelijk op met het opwarmende effect van meer broeikasgassen.
Het opwarmende effect van CO2 is uiteindelijk sterker, vooral omdat CO2 zoveel langer in de atmosfeer blijft dan aerosolen. Daarom hoopt de hoeveelheid CO2 in de lucht zich op door onze voortdurende uitstoot, terwijl de zwavel die een maand geleden is uitgestoten allang weer door het aardoppervlak is opgenomen. Sinds eind jaren zeventig heeft de opwarming daarom duidelijk de overhand gekregen (zie afbeelding 1).
Maar alsnog is het afkoelende effect van aerosolen substantieel: hierdoor is het aardoppervlak naar schatting een halve graad kouder dan het anders zou zijn. Oftewel, zonder het aerosol-effect zou het nu niet 1,5°C warmer zijn dan in de pre-industriële tijd, maar 2°C warmer. Aerosolen hebben dus een deel van de opwarming gemaskeerd.
Schonere lucht = warmer klimaat
Vanwege de schadelijke effecten van luchtverontreiniging werden in Europa en Noord- Amerika vanaf de jaren zeventig maatregelen genomen om de uitstoot te verminderen. Elektriciteitscentrales moesten de zwavel uit hun rookgassen vissen, autobrandstof moest minder zwavel bevatten, en auto’s moesten met en katalysator uitgerust worden om stikstofoxiden (NOx) uit de uitlaatgassen te halen. Intussen wordt ook in China de lucht merkbaar schoner.
Zoals elk nadeel z’n voordeel heeft, heeft[1] elk voordeel z’n nadeel: De schonere lucht zorgt voor minder weerkaatst zonlicht (minder aerosolen en minder wolken) en dus voor minder afkoeling. Daardoor komt een groter deel van de opwarming door broeikasgassen tevoorschijn. De afname van fijnstof over de afgelopen ~20 jaar heeft ongeveer 0,14 graad opwarming tevoorschijn gehaald (zie afbeelding 1). Recent kan daar nog iets zijn bijgekomen door de afname van de zwaveluitstoot door de internationale scheepvaart.