03 februari 2025

Precies tweehonderd jaar geleden vond in Nederland de grootste natuurramp van de negentiende eeuw plaats. Van 3 tot 5 februari 1825 zorgde een noordwesterstorm in combinatie met springtij voor grote overstromingen rond de Zuiderzee en daarbuiten van het Deense Nordfriesland tot aan Vlaanderen. In Nederland kostte de ramp 379 mensen en tienduizenden stuks vee het leven en zorgde voor veel schade in vooral Friesland en Overijssel. Wat was de aanleiding voor deze ramp en wat waren de gevolgen?

Bekijk de animatie van de stormvloed van 1825:

Aanhoudend stormweer 

De reconstructie van het windveld geeft een stormveld met winden tussen 190 en 220 km per uur op 4 februari boven de Noordzee

Na een periode van sterke wind uit het westen en zuidwesten aan het eind van januari 1825, vormt zich een storm op de Atlantische oceaan, deze beweegt naar noord Zweden en groeit in kracht. Een nieuwe storm ontwikkelt zich dan al op de Atlantische oceaan en een dag later smelten de stormen samen en de druk daalt nog verder. De wind die hiermee samenhangt komt uit de noord-noordwest hoek en is zeer krachtig. De reconstructie van het windveld geeft een stormveld met winden tussen 190 en 220 km per uur op 4 februari boven de Noordzee. Ook op het Stadswaterkantoor in Amsterdam ziet men de luchtdruk dalen, de temperatuur tot rond het vriespunt zakken (figuur 1) en de regen in sneeuwbuien veranderen. Het extreme weer houdt aan op 5 februari. 

Overvloedige regen en doorweekte dijken 

Het langdurige stormweer met wind uit steeds dezelfde hoek stuwt het zeewater naar de Noordzee kust, de Duitse bocht, de Waddenzee en de Zuiderzee in. De sterke wind geeft zelfs een verschil in waterstand tussen de west- en oostzijde van de Zuiderzee: bij het Stadwaterkantoor in Amsterdam staat het water op het IJ tot 2,5 meter hoog, bij Genemuiden en Schokland komt het water tot 3,4 meter.  

Het hoge water valt samen met springtij op 3 februari – een gevaarlijke combinatie die fataal blijkt voor veel dijken die door eerdere stormen en overvloedige regen verzwakt zijn. Dijken breken of blijken te laag en overstromingen komen voor op de Waddeneilanden, in een deel van west Brabant, de Eemvallei in Utrecht en de Zuiderzee kust in Noord-Holland, rondom Zaandam en Purmerend loopt onder. De meest uitgebreide overstromingen komen voor in Friesland en Overijssel. Het water weet zelfs Drenthe te bereiken, waar in Meppel het water ongeveer 2,5 meter hoog in de straten staat.   

Friesland staat voor bijna tweederde onder water, maar het is de provincie Overijssel die het grootste aantal slachtoffers betreurt

Friesland staat voor bijna tweederde onder water, maar het is de provincie Overijssel die het grootste aantal slachtoffers betreurt: van de 379 drenkelingen komen er 305 uit Overijssel. De totale schade van de 1825 stormramp wordt geraamd op  29 miljoen gulden, omgerekend zon 500 miljoen euro. Voor die tijd een astronomisch bedrag.