23 juli 2025

Begin deze maand luidden zware onweersbuien het einde van een hittegolf in. De buien veroorzaakten schade rond Winterswijk, waar veel bomen omwaaiden door zware windstoten. Het moment van die buien was geen toeval: zware onweersbuien ontstaan in de zomer vaak in of vlak na een warme periode. Hitte heeft namelijk invloed op de ingrediënten die nodig zijn voor een zware bui.

Hoe ontstaat een bui? 

Om te begrijpen hoe buien samenhangen met hitte, is het belangrijk om eerst te kijken naar hoe een buienwolk ontstaat. Hier zijn drie ingrediënten voor nodig: vocht, een onstabiele atmosfeer en iets wat lucht omhoog laat bewegen. Dit laatste kan bijvoorbeeld een regenfront zijn, een heuvel waar lucht tegenop beweegt, of voldoende warmte aan de grond. 

Zodra de lucht opstijgt, koelt deze geleidelijk af. De relatieve vochtigheid in de lucht neemt daarbij toe, totdat de waterdamp in de lucht condenseert tot wolkendruppels. Hierbij komt warmte vrij, waardoor de lucht nog warmer en lichter wordt en de stijgende beweging wordt versterkt (afbeelding 1).  Het resultaat is een wolk met hoge toppen, waarbij de bovenste wolkendruppels bevriezen tot ijsdeeltjes. Dit is te zien doordat de randen van de wolk aan de bovenkant wat vervaagd zijn (afbeelding 2). De wolkendruppels klonteren samen en groeien uit tot regendruppels. Zijn ze groot genoeg, dan vallen ze uit de wolk als regen. 

Binnen zo’n wolk vinden dus veel bewegingen plaats: aan de ene kant de stijgende beweging van de relatief warme lucht, aan de andere kant de vallende beweging van de afgekoelde lucht uit hogere luchtlagen en regendruppels. Deze luchtstromen bewegen langs elkaar en voeren ook elektrisch geladen deeltjes mee. Daardoor ontstaat een elektrische lading. Als de lading groot genoeg is, ontstaat er een ontlading in de vorm van bliksem.