De Atlantische oceaanstroming, waar de Golfstroom onderdeel van is, lijkt een stuk instabieler te zijn dan tot voor kort werd gedacht. Bij een afzwakking van de Golfstroom wordt Europa het buitenbeentje van de opwarmende aarde: hier zal het dan namelijk minder hard opwarmen dan op andere plekken, of zelfs kouder worden, vooral in de winter. En dat terwijl de rest van de wereld opwarmt. Hoe de temperatuurextremen in Europa daardoor kunnen veranderen is onderzocht in een nieuwe studie.
De Atlantische oceaanstroming is minder stabiel dan gedacht
Volgens het meest recente IPCC-rapport uit 2021 is het risico op een ineenstorting van de Atlantic Meridional Overturning Circulation (AMOC) deze eeuw laag. Maar sindsdien zijn er steeds meer aanwijzingen dat de huidige AMOC een stuk gevoeliger is dan gedacht.
Door de toenemende hoeveelheid neerslag en door het afsmelten van de Groenlandse ijskap wordt het water in de Noord-Atlantische Oceaan steeds minder zout, en daardoor ook minder zwaar. Normaalgesproken zakt het zoute en koude, en dus relatief zware water in de buurt van Groenland naar de diepzee. Dit afzinken van water vormt de aandrijvende kracht van de AMOC, maar die wordt dus steeds zwakker door klimaatverandering.
De blik op Europa
Wat dat betekent voor toekomstige temperatuurextremen in Europa is onderzocht in een nieuwe studie van de Universiteit Utrecht en het KNMI. Daartoe zijn met een klimaatmodel verschillende omstandigheden doorgerekend. De hoeveelheid zoet water die de Noord-Atlantische Oceaan binnenkomt, is bepalend voor de sterkte van de AMOC. Dat varieert in het model tussen een hoge en een lage waarde, wat je kunt zien als een klein duwtje of een forse duw tegen het AMOC-systeem. Daarnaast zijn twee verschillende emissiescenario’s voor de toekomst doorgerekend: een gematigd emissiescenario (RCP4.5) en een hoog emissiescenario (RCP8.5). De verwachte mondiale opwarming in 2100 bedraagt in die scenario’s respectievelijk 2,7 en 4,7 graden ten opzichte van eind negentiende eeuw.
Koude winters
Als door een zwakkere AMOC de wintermaanden kouder worden, zal het zee-ijs zich naar het zuiden uitbreiden. Aangezien zee-ijs, in tegenstelling tot het donkere oceaanoppervlak, veel zonlicht reflecteert, versterkt dat de afkoeling. Volgens deze nieuwe studie kan onder een gematigd emissiescenario (RCP4.5) het zee-ijs in de winter zelfs oprukken tot in de Noordzee, als de AMOC stilvalt (zie afbeelding 1). Daardoor worden onze winters veel kouder (zie afbeelding 2).
Vooral de minimumtemperaturen maken een flink duikvlucht naar beneden: de eens in de 10 jaar voorkomende koude extremen in de winter kunnen in Nederland zo'n 15 graden lager komen te liggen. De gemiddelde wintertemperatuur zal zo'n 3 graden onder het pre-industriële niveau uitkomen. De temperatuur in de zomer wordt naar verhouding niet heel sterk beïnvloed door het stilvallen van de AMOC (zie afbeelding 3).
Als de uitstoot verder toeneemt (RCP8.5) wordt de kans dat de AMOC stilvalt weliswaar groter (zelfs een 'klein duwtje' is dan al genoeg), maar is de impact op de Europese temperaturen kleiner. Dat komt vooral omdat het zeewater in dat scenario dermate warm wordt door de toegenomen CO2-concentratie, dat het zee-ijs zich niet sterk zuidwaarts kan uitbreiden. Daardoor worden de koude extremen gedempt in vergelijking met een scenario waarin het zee-ijs wel de Europese kust bereikt. Deze scenario’s lopen dus heel sterk uiteen wat betreft hun impact op de wintertemperatuur in Noordwest-Europa.