Alle (recente) ontwikkelingen die de academische vrijheid ondermijnen, ook in Nederland, zijn zeer zorgwekkend. NWO zet zich met verve in om de academische vrijheid, in Nederland en elders in de wereld, te waarborgen. Wetenschap bestaat bij gratie van internationale samenwerking, academische vrijheid en onafhankelijkheid. Dat stelt NWO naar aanleiding van het rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) over academische vrijheid in Nederland en de actuele bedreigingen hierop.
NWO onderschrijft dan ook van harte de vervolgverklaring van ALLEA, de Europese federatie van academies van wetenschappen. Die publiceerde in februari jongstleden een verklaring, waarin de federatie haar ernstige bezorgdheid uitte over de groeiende bedreigingen voor academische vrijheid, zowel in de VS als daarbuiten. NWO heeft dat destijds gesteund. Dit statement is wereldwijd massaal gedeeld en bekrachtigd door meer dan 170 organisaties. Om de urgentie en bredere relevantie van alle ontwikkelingen verder te benadrukken, heeft ALLEA vorige week een vervolgverklaring uitgebracht. Deze tweede verklaring benadrukt dat de bedreigingen waarvan we getuige zijn, veel verder reiken dan de Verenigde Staten. Met dit tweede statement bevestigt ALLEA opnieuw de noodzaak van een krachtige, collectieve en voortdurende reactie van de wetenschappelijke gemeenschap.
Actuele bedreigingen van de academische vrijheid in Nederland
Het nieuw verschenen rapport van de KNAW gaat specifiek in op de academische vrijheid in Nederland. Ten aanzien van vier thema’s worden de actuele bedreigingen van de academische vrijheid in Nederland geanalyseerd: 1. Financiering en sturing van onderzoek en onderwijs, 2. Intimidatie van wetenschappers, 3. Samenwerking met derden en 4. Spanningen binnen de academische gemeenschap. De KNAW roept verschillende partijen op om maatregelen te nemen op deze cruciale thema’s om academische vrijheid in Nederland beter te beschermen.
NWO geeft op het eerste en derde thema een eerste korte reactie.
Financiering en sturing van onderzoek en onderwijs
NWO wordt in het rapport samen met andere wetenschapsfinanciers opgeroepen om een goede balans te bereiken tussen ongebonden en sturing van onderzoek. NWO kent van oudsher een aantal onderzoeksprogramma’s die zich in de eerste plaats richten op vrij en ongebonden onderzoek, namelijk de Open Competitie en het Talentprogramma. Tegelijkertijd bouwt NWO steeds ook aan thematische en interdisciplinaire programma’s, waarin onderzoekers samenwerken met maatschappelijke stakeholders van allerlei soort om maximale impact voor de samenleving te bereiken (bijvoorbeeld NWA, KIC, NGF). Ook binnen de thematische programma’s bestaat ruimte voor academische vrijheid: de thema’s worden in grote lijnen vastgesteld, maar daarbinnen hebben onderzoekers heel veel ruimte zelf te bepalen wat ze willen onderzoeken en hoe.
Zowel de ongebonden als thematische programma’s kunnen en moeten naast elkaar bestaan. NWO streeft al lange tijd naar de juiste balans tussen verdeling van de middelen voor ongebonden onderzoek en thematische programma’s. De verhouding van beschikbare middelen is al jaren ongeveer 50:50. In de afgelopen jaren (toen er tijdelijk meer geld beschikbaar kwam onder de vorige minister van OCW Dijkgraaf) investeerde NWO juist extra in het Talentprogramma en de Open Competitie.rste en derde thema een eerste korte reactie.
Samenwerken met derden
Om wetenschappelijke en maatschappelijke impact te creëren, is het essentieel om vraagstukken en uitdagingen in samenwerking en in samenhang aan te pakken. Samenwerken hoort bij de wetenschap, binnen en over landsgrenzen, kennisinstellingen en disciplines heen. NWO stimuleert, faciliteert en investeert in onderzoekssamenwerking; tussen onderzoekers, over de grenzen van instellingen en disciplines heen, en met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. NWO is bewust van dat samenwerking tot discussies kan leiden. Daarom kwam NWO vorig jaar al met een afweegkader voor samenwerking met derden, verplicht voor alle medewerkers bij NWO en alle onderzoekers werkzaam bij de NWO-Instituten. Bij iedere samenwerking moeten duidelijke afspraken worden vastgelegd. Dit afweegkader is dus juist bedoeld om eventuele beperkingen die uit samenwerkingen kunnen voortvloeien (zoals het KNAW-rapport stelt) tegen te gaan.
Ontwikkelingen
Als NWO zullen we het rapport verder bestuderen en de ontwikkelingen hierover blijven volgen. De KNAW wil ook graag het debat voeren over de vraag of academische vrijheid juridisch beter geborgd moet worden. In de komende weken zal het onderwerp ‘academische vrijheid’ ook in de Tweede Kamer besproken worden en volgende week organiseert de KNAW organiseert een bijeenkomst in de Balie in Amsterdam over het beginsel.