De verdachte kwam op 6 juni vorig jaar bij het slachtoffer aan huis voor een partij hasj. Uit het onderzoek van de politie blijkt dat het om 9 kilo zou gaan. Vermoedelijk is er in de woning een ruzie ontstaan, waarbij het slachtoffer van links naar rechts door zijn benen werd geschoten. Binnen enkele minuten bloedde hij dood. De verdachte kon pas weken later worden aangehouden. Hij bleek naar Spanje te zijn gevlucht.

Na lang te hebben gezwegen legde de verdachte uiteindelijk een verklaring af. Volgens hem ontstond bij binnenkomst in de woning direct ruzie waarbij het slachtoffer hem aanviel. Hij zou zich hebben moeten verdedigen, waarbij hij het slachtoffer ten slotte heeft neergeschoten. Volgens verdachte was sprake van noodweer.

Niet aannemelijk

Het Openbaar Ministerie kan niet meegaan in de verklaring van verdachte. Er zijn contra-indicaties voor het scenario zoals verdachte dat schetst. Om te beginnen het feit dat hij zowel de drugs als het vuurwapen heeft meegenomen terwijl hij zegt in complete paniek de woning te hebben verlaten, en het vuurwapen ook op onverklaarbare wijze uit het oog is verloren. Het is nooit teruggevonden. Verdachte is naar Spanje gevlucht en heeft ook nadat hij was aangehouden lang gewacht met het afleggen van zijn verklaring.

Het letsel van het slachtoffer past ook niet bij de gebeurtenissen zoals verdachte ze schetst. Die stelt dat hij van zo'n 70 centimeter afstand op het slachtoffer schoot toen die op hem af kwam rennen. Uit onderzoek blijkt echter dat maar vanaf zo'n 2,5 centimeter is geschoten en ook de schotbaan komt niet overeen. Verdachte had ook nauwelijks letsel, terwijl hij verklaart dat het slachtoffer veel geweld op hem had toegepast waaronder hem tot twee keer toe bij de keel grijpen.

En zo zijn er nog meer zaken in het dossier die niet passen bij het noodweer scenario. Volgens het Openbaar Ministerie heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan doodslag en is hij daarvoor ook strafbaar.

Zorgelijk

"Het gemak waarmee in dit soort drugsgerelateerde situaties naar wapens wordt gegrepen, is erg zorgelijk," zeiden de officieren van justitie vandaag op zitting. "Maar het is wel de realiteit. Daarnaast moet het signaal glashelder zijn dat het
dragen van vuurwapens en het schieten om ruzies uit te vechten ontoelaatbaar is."

Het Openbaar Ministerie eist tegen de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaar. Over drie weken doet de rechtbank uitspraak.