Minderjarige ronselt anderen voor criminele klussen

Hij was nog maar 15 jaar en toch ronselde hij al leeftijdsgenootjes en zelfs oudere jongens om criminele klussen te doen. En niet de minste klussen: hij ronselde een 16-jarige jongen om iemand neer te steken en om iemand in het been te schieten. Donderdag stond de jonge verdachte voor de kinderrechter.

De jongen die de klussen moest doen kwam te overlijden toen het pistool op school afging. In het onderzoek naar zijn dood en de herkomst van het wapen kwam de politie de 15-jarige verdachte op het spoor. Uit verschillende chats is het beeld ontstaan dat hij een tussenpersoon was tussen de opdrachtgever en uitvoerders en op afstand hulp bood bij de uitvoering. Zo had de overleden jongen een week eerder geprobeerd iemand neer te steken. De 15-jarige verdachte stuurde iemand die hem naar het beoogde slachtoffer zou rijden, en gaf tips en aanwijzingen: "Gw echt steken man bro. In been gw".

Nadat deze opdracht was vervuld (het beoogde slachtoffer wist op het nippertje achteruit te deinzen en werd niet geraakt met het mes) kwam de 15-jarige verdachte met een nieuwe opdracht: een 'legday' in Rotterdam. Op straat betekent dit dat iemand in het been moet worden geschoten. Verdachte regelde vervoer en gaf opnieuw tips en aanwijzingen. Het kwam uiteindelijk niet tot een uitvoering.

Opgewerkt

De 15-jarige jongen stond ook nog terecht voor een poging tot het uithalen van drugs in de Rotterdamse haven een jaar eerder. Volgens de officier van justitie lijkt het erop dat hij zich daarna binnen een half jaar heeft opgewerkt van uithaler naar een logistiek tussenpersoon. Iemand die opdrachten krijgt, uitvoerders kan regelen en aanwijzingen, vervoer en mogelijk ook wapens regelt voor de uitvoering.

Toch lijkt de jongen op het eerste gezicht een doodnormale tiener die prima mee kan op school. "De discrepantie tussen de offline- en onlinewereld is groot en baart - terecht - alle betrokkenen grote zorgen."

Strafeis

Gelet op de ernst van de feiten (medeplegen poging doodslag, medeplegen poging zware mishandeling en uithalen) zou een lange gevangenisstraf op zijn plaats zijn, maar het jeugdstrafrecht biedt ruimte voor maximaal een jaar. Een deel daarvan wil het Openbaar Ministerie voorwaardelijk opgelegd zien worden, zodat verdachte na zijn detentie in het kader van de voorwaarden nog begeleid kan worden. Daarnaast moet dan een taakstraf worden opgelegd, omdat hij nog wel extra mag voelen dat wat hij heeft gedaan écht niet kan.

Het Openbaar Ministerie eist 360 dagen jeugddetentie waarvan 190 voorwaardelijk en een werkstraf van 100 uur. Op 6 november doet de rechtbank uitspraak.