OM eist celstraf voor bekrassen van tientallen auto’s in Harderwijk

Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland eist een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, tegen een 38-jarige man, die op 13 maart 2025 tientallen auto’s zou hebben bekrast op diverse locaties in  Harderwijk. Uit onderzoek is gebleken dat deze vernielingen allemaal plaatsvonden tussen 10 uur ’s avonds en middernacht. In totaal kwamen er 86 aangiftes binnen.

De man werd op 16 maart aangehouden. Het Openbaar Ministerie besloot om de voorlopige hechtenis van de man te vorderen. Dit vanwege de commotie die was ontstaan in Harderwijk. Ook de psychische gesteldheid van de man en zijn persoonlijke omstandigheden speelden hierbij een belangrijke rol. De man heeft geen verblijfstatus in Nederland, geen gezin en geen dagbesteding. Het risico op recidive werd hoog ingeschat. De voorlopige hechtenis van de man is sinds zijn aanhouding steeds verlengd tot aan de strafzitting van vandaag.

Deskundigen constateren psychische problematiek bij de verdachte. Het OM wil echter niet aansturen op behandeling, omdat de man geen toekomst in Nederland heeft. De man zegt zelf terug te willen keren naar Irak en zou na afloop van zijn gevangenisstraf uitgezet kunnen worden.

De verdachte ontkent de vernielingen, maar herkent zichzelf wel op de camerabeelden. Bij de bepaling van de strafmaat gaat het Openbaar Ministerie uit van 70 vernielingen, die op basis van camerabeelden bewezen kunnen worden. In de overige zaken is er zonder (duidelijke) camerabeelden onvoldoende bewijs. Deze aangevers werden al op de hoogte gesteld dat de officier van justitie voor deze gevallen vrijspraak zal vragen.

Gezien de grote hoeveelheid bekrassingen, zijn de richtlijnen die het OM hanteert voor vernieling niet bruikbaar, aldus de officier van justitie.  ‘’Het gaat hier om 70 bekrassingen, waarvan de schadepost al gauw zo’n duizend euro per voertuig bedraagt’’. Daarom is alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. 
Alles afwegende komt de officier van justitie tot een eis van 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Rekening houdend met de tijd die de man in voorlopige hechtenis heeft gezeten, zou hij nog ruim vier maanden in de cel moeten blijven. De Dienst Terugkeer en Vertrek is belast met de terugkeerprocedure.