OM eist tien maanden gevangenisstraf tegen 29-jarige Alkmaarder die tegen bakfiets botste waarna meisje van 5 verongelukte

Een 29-jarige man uit Alkmaar moest zich op dinsdag 18 november voor de rechter in Alkmaar verantwoorden omdat hij ervan wordt verdacht op 15 april 2023 een dodelijk ongeval te hebben veroorzaakt waarbij een meisje van vijf is komen te overlijden. De man reed op een motor en botste tegen een bakfiets waar het meisje in zat. Zij werd uit de bakfiets geslingerd en raakte zwaargewond. Zij overleed uiteindelijk aan haar verwondingen.

De officier van justitie stond aan het begin van haar requisitoir stil bij het grote verlies voor de nabestaanden. Het meisje zou aanstaande vrijdag acht jaar zijn geworden. Het is voor de familie, vrienden en vriendinnen onverteerbaar dat het meisje van de één op andere dag uit hun leven is weggerukt door een verkeersongeval.
De officier van justitie benoemde ook hoe lastig strafzaken als deze zijn, het grote verdriet van de familie van het slachtoffer aan de ene kant en een verdachte die haar overlijden nooit gewild heeft aan de andere kant. Hij zal zijn hele leven moeten meedragen dat hij een aanrijding heeft veroorzaakt waarbij een jong kind is komen te overlijden.

Wat er die dag gebeurde
Het meisje was die dag net naar zwemles geweest en haar vader fietste met haar in de bakfiets terug naar huis. Hij wil op een gegeven moment links afslaan van de Van Ostadelaan naar de Ruysdaelkade. Meerdere auto’s wachten achter hem zodat hij kan afslaan. De motorrijder besluit linksom de aanwezige vluchtheuvel te passeren en rijdt dus via de verkeerde weghelft de stilstaande auto’s voorbij. Hij negeert hierbij een verkeersbord dat aangeeft dat verkeer alleen via de rechterkant de vluchtheuvel mag passeren. Vervolgens gaat het mis: de verdachte rijdt spookrijdend via de andere weghelft en rijdt met zijn motor tegen de linkerzijde van de bakfiets aan. Het meisje wordt uit de bakfiets geslingerd, ondanks dat zij met een gordel vastzat (deze brak af door de klap) en komt verderop op het wegdek terecht. Het meisje wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht en overlijdt daar uiteindelijk na intensieve hulpverlening aan fataal schedelhersenletsel.

Volgens de officier van justitie staat vast dat de verdachte op de verkeerde weghelft reed en heeft ingehaald op een plek waar dit niet was toegestaan. Uit onderzoek is ook gebleken dat hij harder reed dan de toegestane 50 km per uur. Zo verklaren meerdere getuigen dat de verdachte kort voor de aanrijding heel hard optrok en hard reed. Ook uit camerabeelden blijkt dat de man harder reed dan toegestaan. Tot slot duidt de eindpositie van het slachtoffer en de schade aan de bakfiets op een botsing met een grote impact. De verdachte zelf ontkent dat hij te hard heeft gereden.

De officier van justitie noemde ter zitting dat de verdachte onverantwoord hard reed. Het was een zaterdag, hij reed binnen de bebouwde kom en het was redelijk druk op de weg. Uit onderzoek blijkt dat de vader op de bakfiets voor de motorrijder al op langere afstand en meerdere momenten zichtbaar had moeten zijn. Hij zag de bakfiets echter pas op het allerlaatste moment. Een noodremming kon de aanrijding niet voorkomen. Wanneer hij wel 50 kilometer per uur gereden dan had de verdachte met noodremming wel de aanrijding kunnen voorkomen. Hij reed, zo blijkt uit onderzoek ruim 70 km per uur.
Het Openbaar Ministerie (OM) concludeert dat de verdachte zijn rijgedrag niet heeft aangepast aan de situatie ter plaatse. Ondanks dat de auto’s die voor hem reden, zachter gingen rijden, deed hij dit niet.


Schuld aan veroorzaken van een verkeersongeval met de dood tot gevolg en roekeloos rijgedrag
Volgens de officier van justitie kan bewezen worden dat de verdachte schuld heeft aan het veroorzaken van een verkeersongeval met de dood tot gevolg.
Ook is de officier van justitie van oordeel dat er sprake is van roekeloos rijgedrag.
 

Strafeis
De officier van justitie benoemde ter zitting dat als de verdachte zich aan de verkeersregels had gehouden, dit ongeval niet gebeurd zou zijn.
Hij heeft op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor de veiligheid van medeweggebruikers in acht genomen. De officier van justitie weegt ook mee dat verdachte onvoldoende verantwoordelijkheid neemt omdat hij geen volledige openheid van zaken geeft over zijn rijgedrag, omdat hij blijft volhouden dat hij niet te hard reed.

Aan de andere kant wordt meegewogen dat er weliswaar sprake is van roekeloos rijgedrag, maar dat de verdachte niet onder invloed was van alcohol of drugs of zijn telefoon gebruikte. Daarnaast weegt het OM het tijdsverloop mee, de zitting vindt plaats 2,5 jaar na het ongeval, wat afschuwelijk is voor alle betrokkenen. Er is sprake van overschrijding van de redelijke termijn van acht maanden.
Ook houdt het OM rekening met de grote emotionele gevolgen van het feit voor de verdachte. Hij zal de gevolgen van zijn handelen zijn hele leven met zich mee moeten dragen.
‘Een passende straf bepalen in een intens droevige zaak als deze, is niet mogelijk, omdat geen enkele straf recht zal doen aan het feit dat een jong meisje er niet meer is’, zei de officier van justitie ter zitting.

Zij eiste uiteindelijk 10 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van twee dagen voorarrest en dat de man zijn rijbewijs voor drie jaar kwijt is met aftrek van het jaar dat het rijbewijs al is ingehouden.