Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten geen strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen vier voormalige bestuurders van ABN AMRO Bank N.V. Dit betreft het feitelijk leidinggeven aan overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) door de bank. Het OM kwam tot deze conclusie na onderzoek en oordeelt dat er te weinig bewijs is voor vervolging.

Na een grondig onderzoek door de FIOD blijkt dat de voormalig bestuurders zich hebben ingespannen voor de naleving van de Wwft tijdens hun bestuursperiode. Hoewel hun acties onvoldoende resultaat opleverden, is er geen bewijs dat zij op de hoogte waren van strafbare feiten en bewust niets deden om deze te stoppen. Dit betekent dat de bestuurders niet strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden.

Geen strafrechtelijke aansprakelijkheid

Om een leidinggevende strafrechtelijk aan te klagen, moet aangetoond worden dat hij of zij wist van de overtredingen en niets deed om deze aan te pakken. Het OM concludeert dat hier geen bewijs voor bestaat, wat leidt tot gebrek aan strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Besluit tot sepot

Grote boete voor ABN AMRO

In april 2021 betaalde ABN AMRO een boete van 480 miljoen euro aan de Staat vanwege blijvende overtredingen van de Wwft. Dit onderstreept de ernst van de situatie, want de bank wordt ook verweten dat ze schuldwitwassen heeft gepleegd. Banken spelen een essentiële rol in het beschermen van het financiële systeem tegen witwassen en terrorismefinanciering.