OM eist geldstraffen voor verstoren van raadsvergadering in Elburg
''Het recht op demonstratie is een belangrijk grondrecht, maar de vrijheid van vergadering is dat óók. Dit recht kan niet zomaar aan de kant worden gezet door het demonstratierecht van verdachten.’’ Voor de politierechter in Zutphen werden vandaag geldstraffen van 400 en 500 euro geëist tegen vier verdachten die op 13 november 2023 een raadsvergadering van de gemeente Elburg verstoorden.
Vlak na het begin van de raadsvergadering, rond 19.45 uur, begon een onaangekondigde demonstratie door Kick Out Zwarte Piet. Ongeveer 15 demonstranten stonden op van de publieke tribune. Ze namen midden in de raadszaal plaats, schreeuwden leuzen, applaudisseerden en toonden een spandoek. Ook werd een toespraak gehouden. Van de burgemeester werd geëist om een convenant te ondertekenen voor een inclusief sinterklaasfeest. Op het aanbod van de burgemeester om na de raadsvergadering in gesprek te gaan, werd niet ingegaan. Uiteindelijk is de demonstratie pas rond 21.30 beëindigd en besloot de burgemeester om de raadsvergadering niet te hervatten. Volgens de burgemeester was er teveel commotie en emotie ontstaan om tot goede besluitvorming, onder andere over de begroting, te komen. Eén van de raadsleden had het gemeentehuis al verlaten.
Het Openbaar Ministerie benadrukt dat verdachten niet zijn gedagvaard vanwege de door hen uitgedragen boodschap of mening. Evenmin om een voorbeeld te stellen. ‘’Vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht zijn immers fundamentele grondrechten, die gerespecteerd moeten worden en waaraan in beginsel niet kan en mag worden getornd.’’
Er was in dit geval sprake van een vreedzame demonstratie, die onder de bescherming van de artikelen 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens valt. Maar dit recht is niet onbegrensd beschermd, aldus de officier van justitie. De uitoefening hiervan brengt plichten en verantwoordelijkheden met zich mee.
Bij de vraag of strafvervolging gerechtvaardigd is, heeft het OM de belangen van het demonstratierecht en het recht op vergadering tegen elkaar afgewogen.
Het OM besloot om toch tot vervolging over te gaan, nu er sprake is van het strafbare feit uit artikel 144 wetboek van strafrecht: het verstoren van een raadsvergadering. ‘’De demonstranten hebben de gemeenteraad hun recht op een ongestoorde vergadering ontnomen’’, aldus de officier van justitie. Daarbij wees de officier op de duur en de impact van de verstoring: ‘’Het handelen van de demonstranten werd ervaren als dwang, dreiging en intimidatie. Het tekenen van een convenant werd geëist, raadslieden werden continu van dichtbij gefilmd en benaderd.’’
‘’Een demonstratie mag resulteren in enige overlast voor anderen, maar de ervaren gevoelens van onveiligheid door burgemeester en raadsleden overschrijden echt een grens. Ook wordt echt een grens overgegaan als het democratisch proces door een demonstratie in het geding komt. De wijze van demonstreren in deze is afkeurenswaardig.’’
Alles afwegende eiste de officier van justitie tegen drie verdachten (een 44-jarige man uit Amsterdam, een 28-jarige man uit Rotterdam en een 53-jarige vrouw uit Hoorn) een geldboete van 400 euro en tegen een 26-jarige vrouw uit Rotterdam een boete van 500 euro.
De politierechter wijst vonnis op vrijdag 26 september.