Procesafspraken leiden tot gevangenisstraf van twee jaar voor nep maritiem inspecteur

De rechtbank in Amsterdam heeft een 49-jarige man uit Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk en een geldboete van vijf duizend euro. In de uitspraak is rekening gehouden met procesafspraken die tussen het OM en de verdediging zijn gemaakt over de hoogte van de straf.

De Rotterdammer liep tegen de lamp toen hij zich op 10 september 2024 bij een schip afkomstig uit Colombia meldde. Hij deed zich voor als maritiem inspecteur en zei dat hij monsters kwam nemen van cooking oil. Die lading was echter al in Rotterdam gelost. Omdat hij geen bedrijf kon noemen waarvoor hij werkzaam was, kreeg de kapitein van het schip argwaan en werd de Rotterdammer de toegang tot het schip geweigerd. De gealarmeerde politie en Douane hebben de verdachte op het besloten haventerrein aangehouden. Met behulp van een speurhond zijn twaalf blokken cocaïne gevonden die waren verstopt in het verlaagd plafond van een rokersruimte op het schip.

Risico beroepsgroep

Hoewel de Rotterdamse haven al lange tijd bekendstaat als een belangrijk knooppunt, is er volgens het OM een trend zichtbaar waarin criminele organisaties mogelijkheden zien in de relatieve onopvallendheid van de Amsterdamse haven. Een beproefde methode is om cocaïne te verstoppen in het ruim van schepen. In Zuid-Amerika worden de drugs in het ruim van een schip verborgen en na aankomst in Nederland opgehaald door iemand die toegang tot het schip heeft en die weet waar de drugs verborgen zijn.

Eén van de beroepsgroepen die in dat verband in beeld is en een risico vormt voor crimineel handelen, is de beroepsgroep van maritieme inspecteurs, ook wel ‘surveyors’ genoemd. Zij worden ingehuurd door rederijen voor inspecties en hebben toegang tot verschillende ruimtes aan boord. Volgens het OM benadrukt deze zaak de noodzaak voor strengere controles en screeningsprocedures voor maritieme inspecteurs om te voorkomen dat individuen deze positie misbruiken voor criminele activiteiten.

Procesafspraken

Het OM en de verdediging hebben onderhandelingen gevoerd over de afdoening van de zaak en deze vastgelegd in procesafspraken. Die houden onder meer in dat het OM een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk en een geldboete van vijf duizend euro zal eisen en geen ontnemingsvordering indient. De verdediging voert geen bewijsverweren en zal de ingediende onderzoekswensen intrekken. Met de afspraken heeft de verdachte ingestemd omdat hij de zaak zo snel mogelijk achter zich wil laten en door wil gaan met zijn leven.

De rechtbank acht de door het OM geëiste gevangenisstraf en geldboete passend en geboden.