Nederland komt niet ver met de duurzaamheiddoelen van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Doelen op gebieden zoals stadsontwikkeling en transport worden wel grotendeels gehaald; de laatste tien jaar werd zon 60% van de woningen binnen bestaande gebieden gebouwd. Echter, de overgang naar duurzame energie en verbeteringen in water- en milieukwaliteit blijven achter.
Ondanks enige verbetering van de waterkwaliteit sinds de Kaderrichtlijn Water (KRW), is deze nog steeds zorgwekkend laag. Als de Europese eisen in 2027 niet worden gehaald, lopen projecten zoals huizenbouw gevaar.
Op het gebied van landbouwuitstoot is er sinds 2010 weinig vooruitgang. Het PBL onderstreept dat onmiddellijke acties nodig zijn om negatieve gevolgen te vermijden.
Uitdagingen voor de toekomst
Volgens PBL blijft de Nationale Omgevingsvisie een cruciaal hulpmiddel voor het bereiken van duurzame doelen. Marko Hekkert, directeur van PBL, benadrukt het belang van lange termijnplanning voor een sterke en duurzame leefomgeving. Het beleid moet nu ingrijpen om deze doelen te realiseren.
Het kabinet-Rutte IV heeft wijzigingen aangebracht in de Nationale Omgevingsvisie, waarbij de focus meer op ruimtelijke ordening ligt dan brede duurzaamheidsthemas zoals energieovergang en milieukwaliteit. Hierdoor krijgen belangrijke duurzaamheidsdoelen minder aandacht.
Samenwerking voor leefomgeving
Het bereiken van Europese normen is essentieel. Slechte leefomgevingskwaliteit zorgt namelijk voor obstakels in de ruimtelijke ontwikkeling. Zoals de stikstofcrisis laat zien, kan slechte waterkwaliteit vanaf 2027 grote bouwprojecten vertragen of stoppen.