De stijging van het aantal zedenincidenten kan komen door de Wet Seksuele Misdrijven, die sinds 1 juli 2024 geldt. Vóór die tijd was de dader pas strafbaar als er dwang was gebruikt, bijvoorbeeld geweld. Sinds 1 juli 2024 is er sneller sprake van strafbaarheid, namelijk als er indicaties zijn van ontbrekende wil (red. bij het slachtoffer) en de dader toch doorzet, stelt zedenexpert Lidewijde van Lier. ‘Dwang is geen vereiste meer voor strafbaarheid.’ De wet is ook uitgebreid met het artikel sexchatting, dat seksueel getinte communicatie met kinderen strafbaar stelt.

Over de recente, ernstige zedendelicten zegt Lidewijde: ‘Bij veruit de meeste seksuele misdrijven kennen slachtoffer en dader elkaar. Het zogenoemde fenomeen ‘stranger rape’, waarbij een slachtoffer bijvoorbeeld plotseling de bosjes in wordt getrokken, komt gelukkig maar weinig voor.’

Media-aandacht

In het eerste halfjaar van 2025 kwam het aantal zedenmeldingen uit op 7912; 1144 meer dan in het eerste halfjaar van 2024. Een stijging van 17 procent. Die toename komt volgens Van Lier vooral door de aandacht voor het onderwerp seksueel geweld en het maatschappelijk debat daarover. ‘Slachtoffers lijken vaker bereid hulp te zoeken en zetten de stap naar de politie sneller. Dat vinden we een positieve ontwikkeling.’

Meer opties voor hulp

Melden is altijd goed, stelt Van Lier. Ze ziet wel dat mensen die melden vaak niet weten of het incident strafbaar is. ‘Het meldingenbeeld is ongeveer gelijk aan 2024. Ook toen kregen we meldingen over zaken die volgens de wet niet strafbaar zijn. Het verschil is dat we nu wél vaker kunnen helpen. We kunnen duidelijk maken dat er meer strafbaar is en alleen dat al biedt slachtoffers de nodige erkenning. En je kunt nu dus in meer gevallen aangifte doen.’

Slachtofferhulp

In de eerste zes maanden van dit jaar nam de politie 2026 aangiftes van zedendelicten op. Dat is 27 procent meer dan in het eerste halfjaar van 2024, toen er 1591 aangiftes waren. De zedenteams voelen die druk, stelt de zedenexpert. ‘Desondanks blijft het aantal zaken in behandeling constant. Dat aantal daalde licht, van 3299 op 1 januari 2025 naar nu 3207. Het lukt ons elke melding zorgvuldig te behandelen. We luisteren goed, zodat we goed begrijpen waar het slachtoffer behoefte aan heeft en bieden vervolgens passende hulp. Soms is dat een aangifte en soms is iemand meer gebaat bij bijvoorbeeld herstelbemiddeling.’

Onderzoek kost tijd

Zelfs met een aangifte lukt het niet altijd om bewijs te vinden. Het is dan zaak slachtoffers daar juist en snel over te informeren. Dat er meer opties zijn, andere instanties waar je je verhaal kunt doen en die je helpen. Als een aangifte wel leidt tot strafrechterlijk onderzoek, dan nog kan het lang duren, weet Van Lier. ‘Bij meerdere slachtoffers en/of een complexe bewijsvoering, neemt een zedenzaak snel zes maanden of meer in beslag. Gelukkig zijn er ook zaken die veel sneller – bijvoorbeeld na drie maanden – naar het OM gaan.’