Onderzoek naar vliegtuigwrak Glenn Martin WH-3 M-574 in Kalimantan, Indonesië
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), het ministerie van Defensie en de Indonesische overheid zullen gezamenlijk onderzoek verrichten naar het vliegtuigwrak van een Glenn Martin WH3 M-574 bommenwerper. In januari 1941 stortte deze bommenwerper neer in de jungle van Kalimantan, Indonesië. Het wrak werd in 2019 opnieuw ontdekt en bleek in relatief goede staat te verkeren. Het doel van dit onderzoek is niet alleen om de wrakresten in kaart te brengen, maar ook om te beoordelen wat er met de resten moet gebeuren en om de noodgraven van de bemanningsleden op te sporen.
Indonesië
Het wrak van de bommenwerper werd oorspronkelijk in januari 1942 ontdekt door een infanteriepatrouille van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). Het team vond vier lichamen van bemanningsleden, die later naast het vliegtuig werden begraven. Het lot van het vijfde bemanningslid blijft onduidelijk. Na de ontdekking verdween het wrak echter uit het publieke geheugen. In 2019 werd het wrak opnieuw aangetroffen, waarbij bleek dat veel onderdelen van het vliegtuig goed bewaard waren gebleven. De planning voor het gezamenlijk onderzoek is inmiddels gestart, en het daadwerkelijke veldonderzoek wordt verwacht in 2026.
Pilot voor breder onderzoek
Het onderzoek naar het Glenn Martin wrak in Kalimantan maakt deel uit van een bredere inventarisatie naar andere vliegtuigtypen die door Nederland gebruikt zijn in de Tweede Wereldoorlog. De pilot omvat de Dornier DO-24K van de Marineluchtvaartdienst (MLD) en de Glenn Martin WH3 bommenwerpers van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch leger (ML-KNIL). Het vormt een voorzet voor verder onderzoek naar alle typen vliegtuigen die tijdens de oorlog door Nederland zijn gebruikt, zowel in Europa als daarbuiten.
Het doel van deze pilot is om een overzicht te creëren van de verschillende vliegtuigtypen die in Nederlandse dienst actief zijn geweest, hoeveel vliegtuigen dit zijn geweest, waar ze verloren gingen, en of er nog wrakdelen van deze vliegtuigen buiten Nederland gevonden kunnen worden. Dit zal inzicht geven in de verliezen van deze typen vliegtuigen en de mogelijkheid dat hiervan nog wrakdelen gevonden zouden kunnen worden. Tevens geeft het inzicht in de nog vermiste bemanningsleden en mogelijke passagiers in de verloren gegane vliegtuigen.
Martijn Manders, coördinator internationaal maritiem erfgoed bij de RCE waar deze pilot onder valt, legt uit: In de afgelopen jaren zijn verschillende vliegtuigwrakken opgedoken. Deze vliegtuigen zijn een belangrijk onderdeel van onze koloniale- en oorlogsgeschiedenis. Voordat een groot deel van deze vindplaatsen verloren gaat, wil de RCE een overzicht creëren van wat we nu nog weten en waar nu nog vliegtuigwrakken liggen.
Bas Kreuger, luchtvaarthistoricus, onderzoeker en projectleider in het pilotproject: Naast het belang van het materieel erfgoed, zijn de verhalen van bemanningen belangrijk om vast te leggen. Nabestaanden hechten veel waarde aan het terugvinden van vermisten vliegtuigen, de bemanningen en het in leven houden van de herinneringen aan hen die er al zo lang niet meer zijn.
MaSS, toegankelijkheid voor het publiek
De resultaten van deze pilot en het bredere onderzoek worden toegevoegd aan Maritime Stepping Stones (MaSS), een online database die vindplaatsen van Nederlands maritiem erfgoed in kaart brengt. Tot nu toe bevat MaSS informatie over schepen in buitenlandse wateren, maar de database is uitgebreid met gegevens over vliegtuigen. Dit zorgt ervoor dat de informatie en verhalen over deze historische vondsten toegankelijk worden voor een breed publiek.