Nederland staat voor een grote uitdaging. Veel infrastructuur uit de jaren vijftig en zestig is toe aan renovatie of vervanging. Onze netwerken zijn intensiever belast dan ooit en klimaatverandering stelt extra eisen: hitte, droogte en extreme buien.
De vernieuwingsopgave vraagt daarom om hogere productie: meer én sneller. Dat doen we door meer te werken met standaarden en door soortgelijke objecten te bundelen in portfolio’s. Om deze portfolio’s te kunnen aanbesteden heeft Rijkswaterstaat samen met de markt een Inkoopstrategie Vernieuwingsopgave ontwikkeld.
Het eerste project waarin deze aanpak wordt toegepast is het onderhoud van zes bruggen in Zeeland, waarvan de aanbesteding eind september is gestart. Roger Mol (Chief Procurement Officer Rijkswaterstaat) en Jan Theelen (Contractmanager Rijkswaterstaat) lichten toe.
Foto links Jan Theelen, foto rechts Roger Mol
Waarom een Inkoopstrategie Vernieuwingsopgave?
Mol: ‘We moeten meer werk doen met dezelfde mensen. Dat kan alleen als we slimmer samenwerken in de hele keten, als Rijkswaterstaat én met de markt.’ De kern van deze inkoopstrategie is de portfolio-aanpak waarbij meerdere gelijksoortige objecten in één project worden gebundeld. De inkoopstrategie omschrijft hoe we samen met de markt de versnelling kunnen maken door in portfolio’s aan te besteden. Dit verlaagt de tenderinspanning voor marktpartijen en maakt investeringen in kennis en innovatie aantrekkelijker.
De Zeeuwse bruggen vormen het eerste portfolio, waarbij zes bruggen in één pakket worden aanbesteed. Deze bruggen vormen een ‘treintje’ van bruggen die worden opgepakt waarbij de leerervaringen steeds worden meegenomen.
Het eerste portfolio: de Zeeuwse bruggen
Het eerste portfolio Zeeuwse bruggen bestaat uit zes bruggen: twee in het Kanaal door Zuid-Beveland (de Vlakebrug en de Postbrug) en vier in het Kanaal Gent–Terneuzen, namelijk twee bruggen bij de Oostsluis in Terneuzen en de draaibruggen bij Sluiskil en Sas van Gent.
Deze bruggen hebben gemeen dat ze groot variabel onderhoud nodig hebben. De werkzaamheden bestaan in hoofdlijnen uit het conserveren van de staalconstructies, het herstellen van schade en waar nodig het aanbrengen van lokale versterkingen aan deze constructies, betonherstel- en conservering en het vervangen van onder andere opleggingen, voegovergangen, houten rijdekken en verhardingen/slijtages.
Wat maakt dit project bijzonder?
Het vernieuwende zit niet in het werk zelf, maar in de manier van samenwerken. Theelen legt uit: ‘Net als bij een tweefasenaanpak staat de exacte scope van de werkzaamheden en de prijs vooraf niet volledig vast. Na gunning maken we samen met de aannemer het ontwerp en de planning. Dat vraagt meer overleg en noodzakelijke transparantie.’
Ook de risicoverdeling verandert. Mol: ‘Bij renovaties kom je vaak onverwachte problemen tegen. Door gefaseerd te werken, beheersen opdrachtgever en opdrachtnemer die risico’s samen beter. Dat maakt het aantrekkelijker voor de markt én beter uitvoerbaar voor ons.’
Voordelen voor de markt, Rijkswaterstaat en de samenleving
Voor aannemers betekent deze aanpak meer continuïteit. De aannemer die het portfolio gegund krijgt, kan – in het geval van de Zeeuwse bruggen – aan zes bruggen werken. Zonder deze aanpak zou de aannemer zes keer moeten meedoen aan een aanbesteding. Voor Rijkswaterstaat levert het een snellere en efficiëntere uitvoering van de projecten op. Voor de samenleving resulteert dit in minder hinder, lagere kosten en duurzamer onderhoud.
Samen leren en verbeteren
Leren is een essentieel onderdeel van de strategie. Theelen benadrukt: ‘We willen niet steeds opnieuw het wiel uitvinden. Door objecten in een treintje achter elkaar te zetten, gebruiken we samen de ervaringen van de eerste brug bij de volgende. Dat bespaart tijd en kosten.’ Mol vult aan: ‘Dit vraagt om een andere manier van samenwerken waarbij van elkaar leren vanzelfsprekend is. Doordat we portfolio’s in de markt brengen, kunnen bedrijven investeren en innoveren en hun inspanningen over meerdere objecten terugverdienen.’
Nieuwe manier van samenwerken
De aanpak vraagt een andere houding, zowel bij Rijkswaterstaat als bij de markt. Mol zegt daarover: ‘Het blijft opdrachtgever-opdrachtnemer, maar we werken gelijkwaardiger en intensiever samen en Rijkswaterstaat betrekt de markt vroegtijdig. We hebben immers een gezamenlijk belang: de vernieuwingsopgave zo goed en snel mogelijk realiseren omdat het verder uitstellen van onderhoud tot hogere kosten of tot andere noodzakelijke maatregelen voor die objecten kan leiden.’
Om dit te ondersteunen is er extra aandacht voor communicatie en vertrouwen. Theelen legt uit: ‘We beginnen met een opstartfase van drie maanden om de relatie en de systemen op orde te brengen, voordat de uitvoering begint. Samenwerking en vertrouwen zijn hierbij van groot belang.’
Uitdagingen en leerpunten
Omdat de Zeeuwse bruggen het eerste portfolio is dat met deze inkoopstrategie gaat werken, ligt nog niet alles vast. Een belangrijke uitdaging is het daadwerkelijk op gang brengen van het treintje waarbij de focus ligt op leren, optimaliseren en versnellen. Ook de selectie van objecten en werkzaamheden binnen een portfolio is erg belangrijk.
Theelen: ‘Bij het bundelen is het noodzakelijk van tevoren goed te kijken welke objecten bij elkaar passen qua opgave. Daarnaast moeten we zorgen dat die opgave gedurende de looptijd van het portfolio ook gelijk blijft. Zo houden we het tempo hoog.’ Mol concludeert: ‘Wat we bij object 1 leren, passen we toe in object 2, en bij object 3 nóg effectiever en efficiënter. Dat brengt versnelling en kostenbesparing.’
Duurzaamheid en innovatie
Onze duurzaamheidsdoelen zijn als eisen in het contract beschreven. Theelen: ‘We vragen geen extra plannen of innovaties, want dat kost tijd terwijl we juist willen versnellen. Slim onderhoud verlengt de levensduur van bruggen, dat is altijd duurzamer dan vervangen.’ Mol: ‘Wel zijn we op dit moment met de markt in gesprek op welke wijze we duurzaamheid goed integreren in de portfolio-aanpak. De duurzaamheidsambities zullen we immers moeten realiseren en de markt vraagt er ook om zijn investeringen terug te kunnen verdienen.’
Wanneer is het een succes?
Theelen beschouwt dit eerste portfolio als geslaagd wanneer Rijkswaterstaat en de markt echt anders gaan samenwerken, wanneer er geleerd en verbeterd wordt en de cultuurverandering wordt doorgezet. Dit uiteraard naast het op tijd en binnen budget uitvoeren van het onderhoud. Mol vult aan dat succes verder gaat dan dit bruggenportfolio. ‘Als de Zeeuwse bruggen laten zien dat deze aanpak werkt of bijgesteld moet worden en het volgende portfolio daar al van profiteert, dan is de strategie geslaagd.’
Doe mee!
Mol sluit af met een duidelijke oproep: ‘Doe mee. We hebben elkaar hard nodig. Er is genoeg werk voor iedereen. Laten we samen, Rijkswaterstaat en de markt, zorgen dat de treintjes ook echt gaan rijden.’ Benieuwd naar deze nieuwe landelijke aanpak van de aanbesteding voor het onderhoud van zes Zeeuwse bruggen? Bekijk dan het aanbestedingsbericht.
Topdoelstellingen van de Vernieuwingsopgave
Met deze inkoopstrategie draagt Rijkswaterstaat bij aan de belangrijkste doelen van de Vernieuwingsopgave. Het gaat erom dat objecten sober en doelmatig worden gerenoveerd of vervangen, waarbij kwaliteit en veiligheid gewaarborgd blijven. Ook moet de strategie invulling geven aan de duurzaamheidsopgave. Verder is het de bedoeling dat de voorbereiding en uitvoering worden versneld, dat zowel Rijkswaterstaat als de markt efficiënt met de beschikbare capaciteit omgaan en dat financiële middelen beheerst worden ingezet zodat de opgave betaalbaar blijft.