Vele beschermde kustvogels hebben baat bij de suppletie van de Galgeplaat en Slikken van den Dortsman. Iedere nieuwsbrief lichten we een soort uit die profijt heeft bij het ophogen van de voedselrijke slikken en zandplaten.
Deze editie: de scholekster, met zijn zwart-witte verenkleed en oranjerode snavel een opvallende verschijning op het Zeeuwse wad.
Bonte Piet
De scholekster associëren we misschien in eerste instantie niet direct met de zandplaten en slikken van de Oosterschelde. Velen kennen het beeld van een zwart-witte steltloper die in grasbermen of op het plaatselijke sportveld naarstig in de grond aan het pikken is op zoek naar wormen. Een beeld dat we nog steeds zien, zij het wel dat de aantallen minderen. Naast zijn opvallende verenkleed is misschien nog wel kenmerkender zijn roep. ‘piet’, ‘piet’, ‘piet’, klinkt het vaak luidruchtig als er een scholekster in de buurt is. Daarom heeft de scholekster, die als ambassadeur onder de vogels in Zeeland gezien mag worden, een bijnaam: de bonte Piet.
Verschillende soorten bestek
Voor de scholekster zijn de zandplaten en slikken in de Oosterschelde van groot belang. Zodra de eerste slikken en zandplaten droogvallen, spoeden ze zich naar ‘het wegrestaurant’. Daar doen ze zich te goed aan malse wadpieren. Hun snavels zijn lang en puntig, handig bestek voor op het wad.
Wie goed oplet, zal zien dat niet alle scholeksters hetzelfde soort bestek hebben. Scholeksters zijn ook liefhebbers van schelpdieren als mossels en kokkels. Het vergt best wat kracht om schelpdieren open te tikken. Daardoor wordt de snavel op den duur stomper, en wordt ingezet als een soort beitel. Zo hard als de snavel van een scholekster slijt, zo hard groeit die ook weer aan.
Broeden
Hoewel de Oosterschelde een belangrijke plek is om voedsel te zoeken, wordt er hoofdzakelijk landinwaarts gebroed. Een enkele scholekster waagt soms een dappere poging op het dijktalud of een van de hagelwitte kokkelstrandjes, maar de meeste scholeksters broeden achter de dijk.
Van oudsher was het boerenland daar uitermate geschikt voor, maar door intensivering van de landbouw zijn er nauwelijks nog nesten te vinden. Scholeksters zijn vooral in natte natuurgebieden te vinden, zoals in Plan Tureluur aan de Zuidkust van Schouwen. Waar natuur schaars is, wijken scholeksters ook steeds vaker uit naar (grind)daken van huizen om te broeden.
Zandsuppleties
Naast de broedlocaties staan ook de voedselzoekgebieden onder druk. Het verdwijnen van de zandplaten in de Oosterschelde is een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van de scholekster. Daarom zijn suppleties van zandplaten als de Roggenplaat en Galgeplaat van cruciaal belang voor het voortbestaan van de scholekster.