Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil de komende jaren de bodemregelgeving herzien. Enkele bestaande normen en regels voor het hergebruik van secundaire bouwstoffen, grond en bagger moeten worden bijgewerkt. Uit onderzoeken van het RIVM blijkt dat er aanpassingen nodig zijn. Het RIVM doet aanbevelingen voor verder onderzoek om de normen en regels te verbeteren.
Nederland streeft naar een circulaire economie in 2050. Restmaterialen die vrijkomen bij productieprocessen worden steeds vaker hergebruikt als bouwstof. Dit kunnen bijvoorbeeld staalslakken zijn van staalproductie of betonresten van gesloopte gebouwen. Ook grond en bagger die vrijkomen bij werkzaamheden kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen en dijken. Echter, dit moet veilig zijn voor mens en milieu. Het RIVM heeft onderzocht of de regelgeving en normen voor hergebruik van deze materialen nog adequaat zijn en welke knelpunten er in de praktijk zijn.
Aanpassingen volgens nieuwe inzichten
Er zijn zorgen in de samenleving over de veiligheid van hergebruik van secundaire bouwstoffen, grond en bagger. Het RIVM concludeert dat de normen in wet- en regelgeving verouderd zijn en onvoldoende rekening houden met nieuwe materialen of toepassingen daarvan. Dit kan leiden tot ongewenste milieueffecten als de eigenschappen of toepassingen afwijken van de beleidsuitgangspunten. Ook voor grond en bagger moeten de regels beter aansluiten bij recente wetenschappelijke inzichten.
Uitdagingen secundaire bouwstoffen
De bestaande normen voor het (her)gebruik van bouwstoffen houden onvoldoende rekening met specifieke eigenschappen van sommige materialen. Ook worden ze in grotere hoeveelheden en dikkere lagen gebruikt dan oorspronkelijk bedoeld. Hierdoor kunnen bouwstoffen wel aan de normen voldoen bij controle, maar in de praktijk schadelijk zijn voor het milieu.
Uitdagingen grond en bagger
Voor het (her)gebruik van grond en bagger zijn de huidige normen en regelgeving voornamelijk gericht op chemische verontreinigingen. Het is essentieel om grond en bagger aan deze normen te toetsen. Daarnaast is het van belang dat planten en dieren goed kunnen gedijen in het bodem- en watersysteem, dat (grond)water beschermd wordt en dat de biodiversiteit zich herstelt. Meer onderzoek is nodig om zowel de chemische als biologische kwaliteit van de bodem te waarborgen.
Nader onderzoek naar nieuwe stoffen
Het RIVM adviseert verder onderzoek te doen naar secundaire bouwstoffen, grond en bagger. Bij de beoordeling van bouwstoffen is het cruciaal om rekening te houden met hun specifieke eigenschappen. Daarnaast wordt aanbevolen om de normen voor grond en grondwater meer op elkaar af te stemmen en de biologische bodemkwaliteit mee te nemen in het beoordelingsproces.
Ook is het belangrijk om te onderzoeken welke nieuwe stoffen in grond, bagger en bouwstoffen een potentieel risico vormen voor het milieu, zoals Per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS). Hier kunnen normen en regels voor worden opgesteld.
Aanbevelingen voor nieuw beleid
Het RIVM heeft deze knelpunten geanalyseerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het ministerie zal de komende jaren de bodemregelgeving herzien om de bescherming van bodem en grondwater ook in de toekomst te waarborgen.