De Nederlandse bevolking werkt steeds langer door en doet dat over het algemeen in goede gezondheid. Ook op latere leeftijd zijn de meeste mensen lichamelijk en mentaal in staat om hun werk uit te voeren. Wel blijft er aandacht nodig voor groepen die dat niet kunnen, zoals mensen met weinig opleiding of met een zwaar beroep. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Voor dit onderzoek bestudeerde het RIVM werkenden die 55 jaar of ouder waren in 2010, 2015 en 2019. De eerste groep werkte gemiddeld nog 8,5 jaar door, de 55-jarigen uit 2019 naar verwachting nog 11 jaar. Dat betekent dat deze laatste groep gemiddeld 2,5 jaar langer werkt dan de groep uit 2010.
Extra werkjaren in goede gezondheid
Deze extra 2,5 jaar werken zij gemiddeld in goede gezondheid en met goed werkvermogen. Met werkvermogen wordt bedoeld dat zij fysiek en mentaal in staat zijn om het werk te doen. In de hele periode vanaf 55 jaar werken mensen momenteel gemiddeld anderhalf jaar in slechte gezondheid en 2,5 jaar met minder werkvermogen.
Speciale aandacht blijft nodig voor sommige groepen
Het RIVM stelt dat er blijvende aandacht nodig is voor groepen die meer werkjaren doorbrengen in slechte gezondheid en met minder werkvermogen. Denk aan mensen met weinig opleiding en mensen in zware beroepen, zoals in de (land)bouw, industrie en het onderwijs. Werkgevers en de overheid kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Bijvoorbeeld door te helpen het werk te verlichten, gerichte ondersteuning te geven aan deze mensen, of hen de mogelijkheid te geven om eerder te stoppen met werken.
Het RIVM voerde dit onderzoek uit in opdracht van het ministerie van SZW Sociale zaken en werkgelegenheid (Sociale zaken en werkgelegenheid).




