Het is oktober, daarmee begint het seizoen van de luchtweginfecties. In de herfst en winter neemt het aantal mensen dat hoest en snottert toe. Verschillende ziekteverwekkers kunnen zorgen voor een luchtweginfectie. Zoals het griepvirus (influenzavirus), het RS-virus Respiratoir Syncytieel-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) en het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV coronavirus (coronavirus)-2. Op dit moment zien we dat het aantal mensen met luchtwegklachten en het aantal mensen met SARS-CoV-2 toeneemt.

De ernst van een luchtweginfectie kan wisselen van een milde verkoudheid tot een ernstige longontsteking. De meest voorkomende klachten zijn: hoesten, niezen, keelpijn en een loopneus. Soms gaat dit samen met koorts, spierpijn, hoofdpijn of moeheid.

Sommige mensen lopen extra risico

Iemand met een luchtweginfectie kan deze door bijvoorbeeld hoesten en niezen doorgeven aan anderen. Hoewel de meeste mensen na een paar dagen vanzelf weer opknappen, kunnen sommige mensen ernstig ziek worden. Zo is het RS-virus vooral gevaarlijk voor heel jonge kinderen. En bij het corona- en griepvirus lopen vooral ouderen en mensen met chronische ziektes extra risico op een ernstige luchtweginfectie. Met eenvoudige adviezen beperk je verspreiding van luchtweginfecties en bescherm je mensen die ernstig ziek kunnen worden.

Afgelopen winter veel RS-virus en griep

Samen met partners zoals het Nivel, laboratoria, ziekenhuizen en verpleeghuizen houdt het RIVM doorlopend zicht op de ontwikkeling van luchtweginfecties in Nederland. Tijdens het vorige seizoen (in 2024-2025) waren er verschillende periodes met een piek in het aantal mensen met acute luchtwegklachten. Bij kinderen jonger dan vijf jaar piekten de aantallen huisartsbezoeken voor acute luchtweginfecties net vóór en ná de jaarwisseling. Ook was er toen een piek te zien in de aantallen huisartsbezoeken voor ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis) bij kinderen in deze leeftijdsgroep. Tijdens deze periode ging er veel RS-virus rond.

De griepepidemie duurde negen weken; van half januari t/m half maart 2025. Vanaf begin maart was het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts ging niet meer verhoogd. Laboratoria vonden toen nog steeds veel griepvirus. Tijdens de griepepidemie was het aantal luchtweginfecties dat zo ernstig verliep dat IC Intensive care (Intensive care)-opname nodig was, verhoogd. 

Coronavirus SARS-CoV-2 in de zomer en herfst

Anders dan bij het griep- en RS-virus, die vooral rondgaan in de winter, heeft het coronavirus SARS-CoV-2 (nog) geen stabiel seizoenspatroon. Het virus kwam vooral voor in de zomer en de herfst van 2024. In deze periodes werden er per week minder patiënten met een SARS-CoV-2 infectie in het ziekenhuis opgenomen dan in dezelfde periodes in voorgaande jaren waarin veel SARS-CoV-2 rondging.