In Nederland raakt in een jaar tijd ongeveer twee procent van de Nederlandse bevolking gewond door op straat te vallen. Nog eens twee procent krijgt letsel door een fietsongeval. Bij jongeren onder de 25 jaar gebeurt dit vaker dan bij andere leeftijdsgroepen. Verder hebben elektrische fietsers een grotere kans op een ongeluk, vooral 50-plussers. Dit zijn enkele resultaten uit nieuw onderzoek van het RIVM en VeiligheidNL naar bewegen en ongelukken. Daarmee ontstaat een completer beeld van ongelukken van wandelaars en fietsers in Nederland.

Regulier onderzoek naar fiets – en voetgangersongevallen baseert zich vooral op het aantal verkeersdoden, bezoeken aan de spoedeisende hulp (SEH Spoedeisende hulp (Spoedeisende hulp)), ziekenhuisopnames, ambulancedata of politiedata. Fietsers en wandelaars die na een ongeval hulp zoeken bij een huisarts of andere zorgverlener, of helemaal geen hulp nodig hebben, blijven hierdoor buiten beeld. Dit onderzoek laat zien dat ongeveer vier op de tien mensen met letsel hiervoor worden behandeld. De behandeling is bijna net zo vaak bij de huisarts als bij de SEH. Zestig procent krijgt geen medische behandelding. Toch kan een kwart van deze laatste groep minimaal één dag niet naar school, of werk, sporten of hun dagelijkse bezigheden in huis doen.

Omstandigheden voorafgaand aan ongeluk

Zowel bij fietsongevallen als bij vallen op straat speelt naar eigen zeggen onoplettendheid van het slachtoffer een grote rol. Daarna volgen onoplettendheid van een ander, afleiding, en de toestand van de weg. Telefoongebruik lijkt bij fietsongevallen geen grote rol te spelen, bij vallen op straat is dat niet uitgevraagd. 

Verschillen tussen leeftijdsgroepen

Het RIVM analyseerde voor dit rapport gegevens van de aanvullende module ‘Bewegen en Ongevallen’ van de Leefstijlmonitor 2023 (RIVM, VeiligheidNL i.s.m. CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)). Hieruit blijkt onder meer dat slechts 10 procent van de 4- tot 18-jarigen medische hulp nodig heeft nadat ze letsel kregen door op straat te vallen. Bij groepen boven de 50 jaar loopt dit percentage op tot 65 procent. Terwijl jongeren vaker vallen, lijkt het letsel dus ernstiger bij ouderen. Ouderen (vooral 70-plussers) komen in onderzoek op de SEH ook als risicogroep voor een fietsongeval naar voren. In dit onderzoek niet. Mogelijk hebben ouderen niet vaker een ongeval, maar komen zij relatief vaak op de SEH terecht omdat ze kwetsbaarder zijn.

Onderzoek herhalen 

Met dit onderzoek is er een completer beeld gegeven over letsel door fiets – en voetgangersongevallen. Het RIVM vindt het daarom zinvol om dit onderzoek in de toekomst te herhalen. Dit kan beleidsmakers helpen om beleid te maken om het aantal fiets- en wandelongevallen in Nederland terug te dringen. Gegevens uit de aanvullende module Bewegen en Ongevallen van de Leefstijlmonitor 2025 zijn hier geschikt voor.