Controles NVWA: vanggewas op veel percelen aanwezig
De NVWA heeft vanaf oktober dit jaar een groot aantal controles uitgevoerd op de teelt van vanggewas na mais. Uit de controles blijkt dat de naleving van de teelt van vanggewas goed is; op veel percelen was duidelijk te zien dat er vanggewas aanwezig was. De komende periode gaat NVWA actief controleren op de percelen waar het vanggewas tijdens de eerste controle niet duidelijk aanwezig was. De NVWA blijft daarnaast tijdens reguliere monitoringswerkzaamheden alert op de aanwezigheid van vanggewas gedurende de verplichte teeltperiode.
Na oogst van mais op zand- en lössgrond moet er een vanggewas geteeld worden. Dit is omdat er een groot risico is op stikstofuitspoeling. Zonder vanggewas blijft er veel stikstof in de bodem achter, wat nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu. Voor de teelt van vanggewas zijn uiterlijke zaaidatums vastgesteld, daardoor krijgt het vanggewas nog genoeg warmte en zonlicht in het najaar om zich te ontwikkelen. Zo kan het de uitspoeling van stikstof beter tegengaan.
3 manieren zaaien vanggewas
Er zijn drie manieren om vanggewas na mais te zaaien:
- Door onderzaaien. U teelt het vanggewas dan tussen de rijen mais. Zo kunnen de wortels van het gewas de bodem doorwortelen;
- Door direct nadat u de mais geoogst heeft een vanggewas in te zaaien;
- Door na de oogst van snijmais wintergraan te telen. Dit gebruikt u als hoofdteelt in het volgende jaar.
Controles
De NVWA controleert op diverse manieren op de teelt van vanggewas. Bij de controles wordt vastgesteld of er vanggewas aanwezig is op de percelen waar het aanwezig zou moeten zijn. Wanneer het vanggewas duidelijk aanwezig is, wordt het perceel als akkoord beoordeeld. Wanneer het duidelijk is dat er geen vanggewas aanwezig is, wordt er een Proces Verbaal opgemaakt richting de betreffende landbouwer (gebruiker van het perceel).
Meer informatie over vanggewas is te vinden op de website van RVO.




