Aanleiding

Als in Nederland een quarantaineorganisme wordt gevonden, moet aan deze vondst gerelateerd plantmateriaal tijdig kunnen worden opgespoord om verdere verspreiding te voorkomen. Het is dus noodzakelijk om snel toegang te hebben tot (bedrijfs-)gegevens die van belang zijn bij de tracering.

Volgens de wet is het bijhouden van deze gegevens een verantwoordelijkheid van de ‘professionele marktdeelnemer’. Dit zijn alle bedrijven en organisaties die professioneel betrokken zijn bij de productie, handel, verplaatsing of verwerking van planten, plantaardige producten, en overige producten die als vector kunnen dienen voor plantenziekten.

Wanneer de marktdeelnemer een incomplete administratie bijhoudt hindert dat het  traceringsonderzoek bij de vondst van een quarantaineorganisme. Mogelijke gevolgen zijn dan dat meer planten besmet worden verklaard en moeten worden vernietigd, of dat grotere teeltgebieden worden afgebakend. Ook kunnen er strengere consequenties zijn voor de gehele keten in de vorm van verhoogd toezicht. Door het niet (tijdig) aanleveren van de voor tracering benodigde  informatie is er ook een grotere inspanning van de NVWA nodig om relevante gegevens te achterhalen. Dit leidt vaak tot een breed onderzoek bij leveranciers en afnemers van het bedrijf waar een vondst is gedaan. En kan niet alleen leiden tot imagoschade voor het bedrijf, maar ook tot imagoschade voor de gehele keten én voor de positie van Nederland als agrarisch handelsland.