Voorwaarden voor juiste wijze bemesting
Uit mestcontroles van de NVWA in 2024 blijkt dat ongeveer 10 procent niet aan de voorwaarden van het uitrijden van mest voldoet volgens het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Een aanzienlijk deel van deze controles is uitgevoerd naar aanleiding van een melding aan de NVWA. Door ervoor te zorgen dat de omstandigheden van het te bemesten perceel optimaal zijn, kan de apparatuur de mest op de juiste wijze aanwenden.
Aandachtspunten bemesting
Om de bemesting op bouwland te laten voldoen aan de voorwaarden is het nodig dat de ontvanger van de mest ervoor zorgt dat de omstandigheden voor het aanbrengen van de mest optimaal zijn. De ontvanger kent immers het perceel en de grond het beste. Om bij bouwland de gebruikte apparatuur, waarmee de mest in de grond wordt gebracht, goed te laten werken, is vaak een voorbewerking nodig. Het is van belang dat de apparatuur de mest goed onder het grondoppervlak kan verwerken door een sleuf te maken en daarna weer toe te dekken om te voorkomen dat de mest anders boven op de grond komt te liggen. Houd hierbij rekening met het absorptievermogen van de grond. Een grote mestgift gaat ten koste van het werkresultaat en levert meer stikstofverlies op. Bij ongelijk geploegde of bewerkte grond of natte of harde grond is het lastig om de mest goed in de grond te brengen. Bij beteeld bouwland (met name wintergranen) moet de mest in de grond worden gebracht en mag dit niet op de grond. Bij het gebruik van een zogenaamde sleepvoetbemester wordt vaak niet aan de voorwaarden voldaan.
Grasland
Ook op grasland is het zaak om de sleuven voldoende diep te laten zijn om alle mest in de sleuf aan te brengen. Ook hierbij kan een hoge mestgift leiden tot problemen. Als een sleepvoetbemester op klei wordt gebruikt en de mest door een sleepslang bijgemengd met water wordt aangevoerd, dan vloeit de mest vaak uit, waarbij het mestspoor breder wordt dan 5 centimeter en is het resultaat onvoldoende.
Bufferstroken
Het voorschrift van het niet bemesten van bufferstroken is relatief nieuw. De gebruiker van de grond is degene die weet wat de breedte van de bufferstroken moet zijn. Daarmee heeft de gebruiker van de grond de verantwoordelijkheid om de uitvoerder, die de mest uitwendt, hierover goede instructies te geven zodat de bufferstrook onbemest blijft.
Bij het niet voldoen van het op de juiste wijze bemesting wordt een proces-verbaal opgemaakt door de NVWA-inspecteur.
Bijna alle voorschriften van het BAL zijn ook randvoorwaarden voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarom meldt de NVWA de overtredingen van het BAL ook aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een overtreding kan ook gevolgen hebben voor de deelname aan de derogatie.
Meer informatie over het uitrijden van mest is te vinden op de website van RVO.
Meer informatie
Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met ons Klantcontactcentrum. Voor vragen over dit nieuwsbericht kunnen journalisten contact opnemen met onze persvoorlichters.